Elektrische aansluitingen
5.4
Montage en aansluiting op de stekkerdoos van het apparaat
De stekkerdoos voor de aansluiting van de kabel wordt als afzonderlijke delen als accessoire bij
de meetomvormer geleverd.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
U moet zich houden aan de specificaties van de elektrische aansluiting die bij de stekker zijn
gevoegd!
De montage wordt in de volgende afbeelding weergegeven.
1. De contactbussen (2) worden op de 1,5 ... 2 cm (0.59 ... 0.79 inch) afgeschermde en ca.
8 mm (0.32 inch) geïsoleerde aderuiteinden (doorsnede leider 0,75 ... 1 mm
(AWG 18 ... AWG 17)) gekrompen of gesoldeerd en van achteren in het buselement (1)
ingevoerd.
2. Drukschroef (6), drukring (5), dichtring (4) en tulebehuizing (3) moeten voor montage in de
aangegeven volgorde op de kabel worden geschoven (event. dichtring (4) aanpassen aan
kabeldiameter).
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Voordat de bussen volledig in het buselement worden gedrukt, moet u nogmaals de
aansluitpunten controleren. Foutief ingezette bussen kunnen alleen met uitpersgereedschap
(artikelno.: 0949 813) of in geval van nood met een standaard balpenvulling weer worden
uitgedrukt.
Afb. 11: Montage van de apparaatstekkerdoos Han 8D (8U)
1 Buselement
2 Contactbus
3 Tulebehuizing
4 Dichtring (kan worden uitgesneden)
Aarding
Voor de aarding (PE) van de meetomvormer is op de buitenkant van de behuizing en bovendien
in de stekker een aansluiting beschikbaar. Beide aansluitingen zijn galvanisch met elkaar
verbonden.
32
5 Drukring
6 Drukschroef PG 11
7 Kabel (diameter 5 ... 11 mm
(0.20 ... 0.43 inch))
265Dx, 265VS
2
IM/265D/V-NL-04