6.3
Correctie meetbegin / Scheefstand meetcel (scheefstand meetunit)
Bij de installatie van de meetomvormer kunnen er nulpuntverschuivingen door de montage
optreden (bijv. een iets schuine inbouwpositie of door druksondes, enz.), die moeten worden
verholpen.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De meetomvormer moet op bedrijfstemperatuur zijn (ca. 5 min. bedrijfsduur, wanneer de
meetomvormer al de omgevingstemperatuur heeft aangenomen) om dit te kunnen corrigeren.
De correctie moet worden uitgevoerd bij debiet "Null" (dp = 0)!
Er zijn dan twee mogelijkheden (punt A of B) om de correctie van het 4 ... 20 mA-
uitgangssignaal direct op de meetomvormer uit te voeren.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De toetsenunit moet aanwezig zijn. Het bedienen van de toetsen met een magnetische
schroevendraaier is niet toegestaan.
A. Instelling meetbegin
1. Druk meetbegin (4 mA) – van proces of drukgever – instellen. De druk moet stabiel zijn en
met uiterste precisie << 0,05 % worden ingevoerd (let op ingestelde demping).
2. Op de drukmeetomvormer de toets "0 %" indrukken – Het uitgangssignaal stelt zich in op
4 mA. De meetschaal blijft onveranderd.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Het zo ingestelde meetbegin wordt < 25 s bij HART, < 110 s bij PROFIBUS PA en < 15 s bij
FOUNDATION fieldbus na het laatste indrukken van de "0 %"-toets tegen stroomuitval
beveiligd opgeslagen.
B. Scheefstand meetunit corrigeren
1. Met het als optie ingebouwde LCD-scherm de menukeuze "SHIFTZERO" via de
bedieningstoetsen "M" en "+" openen.
2. De correctie vindt plaats door het indrukken van de toets "M" (zie hoofdstuk "Configuratie
met het LCD-scherm").
3. Daarna moet de meetomvormer, zoals aan het begin van dit hoofdstuk beschreven, in de
bedrijfsmodus worden gezet.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Het bovengenoemde proces volgens "A" heeft geen invloed op het afbeelden van de fysieke
druk, maar corrigeert alleen het analoge uitgangssignaal. Daarom kan er een verschil
optreden tussen het analoge uitgangssignaal en de weergave van de fysieke druk in de
digitale weergave of de communicatietool.
Om dit verschil te vermijden, moet de vereiste nulpuntverschuiving (scheefstand meetcel /
scheefstand meetunit) met behulp van de grafische bedieningsinterface (DTM) worden
uitgevoerd.
Menupad: „Configure_Differential Pressure Measurement_Process Variable" (configureren
drukmeting procesvariabele)
Maar er mag vooraf met de toets "0 %" geen correctie van het meetbegin zijn uitgevoerd.
IM/265D/V-NL-04
265Dx, 265VS
Inbedrijfstelling
39