7
|
Bediening
7.6 Master-gebruikersinterface instellen
7.6.1 Over master-gebruikersinterface instellen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
32
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door een
microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het display.
Koelen
▪
Wanneer de kamertemperatuur lager
is dan de ingestelde temperatuur.
▪
Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪
Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het koelen met een
aan het plafond opgehangen of aan de wand bevestigde unit, kan de
microcomputer de luchtstroomrichting sturen, en verandert ook de aanduiding
op de gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan worden ingesteld op één van de volgende manieren:
▪
De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪
De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪
Automatische
en gewenste stand .
WAARSCHUWING
Raak NOOIT de luchtuitlaat of de horizontale bladen aan terwijl de draaiklep in
werking is. Vingers kunnen vastgeklemd raken of het toestel kan stuk gaan.
OPMERKING
▪
Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. Neem contact op met uw
dealer voor meer informatie. (alleen voor dubbelstroom, multi-stroom, hoek,
plafondmontage en wandmontage).
▪
Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale stand
vocht of stof gaan afzetten op het plafond of op de klep.
a
b
b
d
e
e
a VRV-warmtepomp buitenunit
b VRV directe-expansiebinnenunit (DX)
c BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of Sky Air (SA) directe-
expansiebinnenunits (DX))
d Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX))
Units voor plafondmontage
Units voor wandmontage
▪
Bij het starten.
▪
Als de kamertemperatuur hoger is
dan de ingestelde temperatuur.
▪
Bij het ontdooien.
c
d
f
f
Verwarmen
. Anders kan er zich
RYYQ+RYMQ+RXYQ
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1C – 2021.11