RYYQ+RYMQ+RXYQ
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1C – 2021.11
Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van de buitenunit
en het systeem.
Wat
Instellingen in stand 2
veranderen
Afsluiten en terugkeren naar de
beginstand
Waarde van de geselecteerde
instelling in stand 2 veranderen
Voorbeeld:
Inhoud van parameter [2‑18] controleren (hoge statische druk van de ventilator
van de buitenunit instellen).
[A‑B]=C in dit geval gedefinieerd als: A=2; B=18; C=waarde die willen te weten
komen/veranderen
1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de
standaardsituatie is (normale werking).
2 Druk meer dan 5 seconden op BS1.
Resultaat: Stand 2 wordt geactiveerd:
3 Druk 18 keer op BS2.
Resultaat: Stand 2 instelling 18 wordt opgeroepen:
4 Druk 1 keer op BS3; de weergegeven waarde (afhankelijk van de lokale
situatie) is de staat van de instelling. In het geval van [2‑18] is de
standaardwaarde "0"; dit betekent dat de functie niet geactiveerd is.
Resultaat: Stand 2 instelling 18 wordt opgeroepen en geselecteerd; de
weergegeven waarde is de actuele instelling.
5 Druk op BS2 tot de gewenste waarde op het 7-segmentendisplay verschijnt
om de waarde van de instelling te veranderen. Druk vervolgens 1 keer op BS3
om de instelwaarde vast te leggen. Druk opnieuw op BS3 om te bevestigen en
de werking met de gekozen instelling te beginnen.
6 Druk 2 keer op BS1 om stand 2 af te sluiten.
Hoe
Activeer stand 2 (druk meer dan 5 seconden op
BS1) en selecteer de gewenste instelling. Druk
hiervoor op BS2.
Druk 1 keer op BS3 om naar de waarde van de
gewenste instelling te gaan.
Druk op BS1.
▪
Activeer stand 2 (druk meer dan 5 seconden
op BS1) en selecteer de gewenste instelling.
Druk hiervoor op BS2.
▪
Druk 1 keer op BS3 om naar de waarde van de
gewenste instelling te gaan.
▪
Stel de waarde van de geselecteerde instelling
in met BS2.
▪
Druk 1 keer op BS3 wanneer de gewenste
waarde is geselecteerd om de wijziging vast te
leggen.
▪
Druk opnieuw op BS3 om de werking te
beginnen met de ingestelde waarde.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
19
Configuratie
|
131