Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in kwestie in
het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode
kleur.
Fotograferen
[i-Portret]
[i-Macro]
[i-Nachtl.schap]
[i-Zonsonderg.]
¢1 Alleen weergegeven als de flitser op [
¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[i-Portret]
[i-Zacht licht]
•
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld
zijn.
•
Wanneer [
] of [
brandpunt en de belichting bijstellen. (Gezichtsdetectie)
•
Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel merkt dat het schudden minimaal is
wanneer de scènedetectie geïdentificeerd is als [
maximum van 4 seconden. Let op het toestel niet te bewegen terwijl u beelden maakt.
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène geïdentificeerd
worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van geringe
helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
] geselecteerd is, zal de camera automatisch een gezicht detecteren en het
Basiskennis
[i-Landschap]
[i-Nachtportret]
[iHandh. nachtop.]
] gezet is.
[i-Landschap]
[i-Macro]
], zal de sluitertijd ingesteld worden op een
- 28 -
¢1
¢2