Selecteren van de opnamemodus
De functie schakelen door de
functieknop te draaien.
•
Draai de instelknop langzaam maar zeker op
elke functie.
Lijst van Opnamefuncties
∫
Intelligent Auto modus
¦
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Programma AE-modus
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Lensopening-Prioriteit AE-modus
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u
ingesteld hebt.
Sluiter-Prioriteit AE-modus
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld volgens de sluitertijd die u
ingesteld hebt.
Handmatige Belichtingsmodus
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u
handmatig hebt ingesteld.
Voorkeuzemode
Gebruik deze functie om opnamen te maken met eerder geregistreerde
instellingen.
Panorama Shot-modus
Met deze modus kunt u panoramafoto's maken.
Scènemodus
Û
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Creative Control modus
Opnemen terwijl het beeldeffect gecontroleerd wordt.
•
Als u aan de modusknop blijft draaien, kan het zijn dat langzamer tussen de schermen geschakeld
wordt.
Basiskennis
(P26)
(P31)
(P68)
(P69)
(P85)
(P70)
(P73)
(P79)
- 25 -
Lijn een gewenste functie uit met deel A.
(P67)