Reiniging en onderhoud
De compressor en het metalen
rooster aan de achterkant rei-
nigen
Let er bij het reinigen van de
compressor en het metalen rooster
op dat er geen kabels of andere on-
derdelen worden losgetrokken, ge-
knikt of beschadigd.
Maak de compressor en het metalen
rooster aan de achterkant van het ap-
paraat (warmtewisselaar) minstens een-
maal in het jaar stofvrij. Stof op de on-
derdelen verhoogt het energieverbruik!
Deurdichting reinigen
Als de deurdichting beschadigd
of uit de groef gegleden is, kan het
voorkomen dat de deur van het ap-
paraat niet goed sluit. De koelcapaci-
teit neemt dan af.
Er ontstaat condens in het apparaat.
Er kan zich een ijslaag vormen.
Zorg dat de deurdichting niet be-
schadigd raakt, of uit de groef glijdt.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Doet u dit wel, dan wordt
deze in de loop van de tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
44
Het apparaat na de reiniging in
gebruik nemen
Plaats alle onderdelen weer terug in
het apparaat.
Sluit het apparaat weer aan en scha-
kel het weer in.
Schakel de functie Superfrost een
tijdje in, zodat het in de diepvrieszone
weer snel koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de deur van het apparaat.
Leg de ingevroren producten in de
diepvriesladen en sluit de deur van
het apparaat.
Schakel met de toets Superfrost de
functie Superfrost uit, zodra er een
constante temperatuur van minstens
-18 °C in de diepvrieszone is bereikt.