8
Functiebeschrijving
8.5
Systeem Configuratie: Warm Water
8.5.1
Gewenste temperatuur voor boiler instellen
(gewenste temperatuur warm water)
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boiler temp. Instel.
Met de functie kunt u de gewenste temperatuur voor
een aangesloten boiler (gewenste temperatuur warm
water") vastleggen.
Hiervoor moet aan de CV-ketel de temperatuur voor de
boiler op de hoogste waarde ingesteld zijn.
De temperatuur moet u zo kiezen dat de warmtebe-
hoefte van de gebruiker net gedekt wordt.
8.5.2 Werkelijke temperatuur van de boiler aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boiler temp.
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boi-
lervoeler SP1 aflezen.
8.5.3 Status van de boilerpomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boilerpomp
Met de functie kunt u de status van de boilerpomp (aan,
uit) aflezen.
8.5.4 Status van de CV-pomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ CV-pomp
Met de functie kunt u de status van de CV-pomp (aan,
uit) aflezen.
8.5.5 Dag voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Legionella bev. Dag
Met de functie kunt u een dag of een blok van dagen
voor de uitvoering van de legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen.
Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan worden
op de vastgelegde dag of het vastgelegde blok van
dagen de betreffende boiler en de betreffende warmwa-
terleidingen tot op een temperatuur van meer dan 60 °C
opgewarmd. Hiervoor wordt de waarde van de gewenste
boilertemperatuur automatisch tot 70 °C (met 5 K–hyste-
rese) verhoogd. De CV-pomp wordt ingeschakeld.
32
De functie wordt automatisch beëindigd als de boiler-
voeler SP1 langer dan 60 minuten een temperatuur van
60 °C vaststelt of na afloop van een tijd van 120 minu-
ten (om "ophangen" in deze functie bij gelijktijdig tappen
te vermijden).
Fabrieksinstelling = Uit betekent geen legionellabeveili-
ging (wegens verbrandingsgevaar)!
Als "Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland werden, dan
is de legionellabeveiligingsfunctie gedurende deze dagen
niet actief. Deze functie wordt direct op de eerste dag na
het verstrijken van de "Dagen Buitenshuis" (vakantie) en
op de vastgelegde dag/het vastgestelde blok van dagen
op de vastgelegde tijd uitgevoerd (¬ Hfdst. 8.5.6).
Voorbeeld:
De legionellabeveiligingsfunctie moet wekelijks op dins-
dag om 08:00 uur uitgevoerd worden. De geplande
"Dagen Buitenshuis" (vakantie) eindigen op zondag om
24:00 uur. De legionellabeveiligingsfunctie wordt op
maandag om 00:00 uur geactiveerd en op dinsdag
08:00 uur uitgevoerd.
8.5.6 Tijdstip voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Anti-legionella Tijd
Met de functie kunt u het tijdstip voor de uitvoering van
de legionellabeveiliging vastleggen.
Bij het bereiken van de tijd op de vastgelegde dag of het
blok van dagen start de functie automatisch, indien geen
"Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland zijn.
8.5.7
Offset voor lading van de boiler vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boiler opwarmen aan
Alleen bij aangesloten VR 61/2 of VR 68/2
Met de functie kunt u een offsetwaarde ( K) voor de
gewenste temperatuur voor warm water vastleggen. De
boiler wordt dan met de temperatuur geladen die uit de
som van de gewenste temperatuur voor het warme
water en deze offsetwaarde ontstaat.
8.5.8 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Oplaadpomp naloop
Met de functie kunt u een nalooptijd voor de boilerpomp
vastleggen. De voor het laden van de boiler vereiste
hoge aanvoertemperatuur wordt door de laadpompna-
loop nog zoveel mogelijk naar de boiler geleid voor de
CV circuits, vooral het brandercircuit, opnieuw voor de
verwarmingsfunctie vrijgegeven worden.
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00