Gebruikershandleiding voor de BradyPrinter S3100-labelprinter
•
Horizontale offset pagina 77: Dient voor het verplaatsten van de weergave (het
afgedrukte gedeelte van het label) naar rechts of links.
•
Intern geheugen pagina 79: Geheugen dat deel uitmaakt van het apparaat voor
permanente opslag van bestanden, afbeeldingen, lettertypen, sjablonen, etc.
•
Toets: Fysiek onderdeel, meestal van een toetsenbord. Wordt gebruikt voor het
invoeren van gegevens en navigatie.
•
Toetsaanslagen pagina 53: Een combinatie van toetsen die samen worden
ingedrukt om een speciaal teken of een letter met een accent te typen. Toetsen
voor toetsencombinaties zijn:
•
Alt Gr (alternate graphic): Een aanpassingstoets voor het typen van diverse
tekens. Wordt op de toets weergegeven door een derde of vierde symbool aan
de rechterkant. De toets die wordt geactiveerd, hangt ook af van de staat van
de "Caps Lock"-toets en het type aan/uit dat moet worden uitgevoerd.
•
Alt Gr Lock: Een toets die het toetsenbord heen en weer schakelt tussen de
Alt Gr- en niet-Alt Gr-modus voor bepaalde toetsen.
•
Caps Lock: Een toets die het toetsenbord heen en weer schakelt tussen
hoofdletters en kleine letters voor alle lettertoetsen, maar geen effect heeft op
andere toetsen.
•
Shift: Een aanpassingstoets die toegang biedt tot de "bovenste" tekens op
toetsen. De toets die wordt geactiveerd, hangt ook af van de staat van de
"Caps Lock"-toets en het type aan/uit dat moet worden uitgevoerd.
•
Shift Lock: Een versie van Caps Lock die invloed heeft op alle toetsen op
dezelfde manier als de Shift-toets.
•
Label: Het gedeelte van de weergave waar zich de tekst, de afbeeldingen en de
streepjescodes bevinden. Een vaste "pagina" of uitvoereenheid.
•
Afdrukmateriaal: Het dekblad met de labels die worden afgedrukt. O.a. "tape"
(kettinglabels) en "labels" (gestanste labels).
•
Menu pagina 3: Een lijst van opties die voor de gebruiker beschikbaar zijn. Er zijn
diverse types menu's (bijvoorbeeld popup-menu's, trapsgewijze menu's, pulldown-
menu's, zwevende menu's, etc.).
•
Spiegelafdruk pagina 74: Afgedrukte labels die worden gelezen in een spiegel of
via de achterkant van het label.
•
Object pagina 38: Een apart gegevens-, afbeeldings- of streepjescode-element
op een label dat als een eenheid kan worden verplaatst.
•
Afdrukenergie pagina 76: Bepaalt de hoeveelheid hitte die tijdens het afdrukken
van het label wordt toegepast op de printkop. Tijdens het afdrukken wordt er hitte
toegepast op de printkop waardoor er inkt op het labelmateriaal wordt
overgebracht terwijl het afdrukmateriaal onder de printkop wordt voortbewogen.
Als de afdrukenergie hoger is ingesteld, wordt er meer inkt op het label
overgebracht (d.w.z. de hitte van het verwarmingselement is hoger). Indien uw
afdruk vlekken vertoont, kunt u daarom de donkerheid van de afdruk verhogen.
Indien uw lint echter vastplakt of scheurt tijdens het afdrukken, moet u de
donkerheid van de afdruk verminderen.
•
Afdrukoffset pagina 77: Een waarde waardoor de weergave tijdens het
afdrukken enigszins in een of andere richting op het label wordt verschoven, weg
van de normale positie. De functie Offset aanpassen wordt meestal gebruikt om het
afdrukken van de weergave op gestanste labels nauwkeurig bij te stellen of, in het
geval van kettinglabels, om de weergave enigszins dichter of verder van de rand
af te drukken.
103