Basisbediening van de fietscomputer
Functies van het metingenscherm
Het metingenscherm toont 4 verschillende soorten van meetgegevens, waartussen u kunt
wisselen met behulp van de M1/+ of M2/- -toets.
De weergegeven gegevens zijn:
Bovenste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de snelheid.
Middelste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de hartslag.
Toont gegevens met betrekking tot de cadans.
Wisselen m.b.v. de M1/+-toets
Huidige
snelheid
Hartslag
Kadans
* De bovenste en de middelste gegevensdisplays veranderen tegelijk.
Onderste gegevensdisplay
Toont de overige gegevens.
Wissel m.b.v. de M2/--toets
Verstreken tijd
Ritafstand
Totaaltijd
Calorieverbruik
Totaalafstand
Actuele rondetijdgegevens (huidige rondegegevens)
* Wanneer de M2/--toets ingedrukt wordt gehouden
terwijl de rondetijd wordt getoond, dan wordt
rondeafstand getoond.
Wordt de toets opnieuw ingedrukt, dan wordt de
rondetijd weer getoond.
NL-16
M1/+
Maximum
Gemiddelde
snelheid
snelheid
Gemiddelde
Maximum
hartslag
hartslag
Gemiddelde kadans
Maximum kadans
M2/-
Aftelafstand
Datum
Ronden
Gemiddelde
Klok
ummer
rondesnelheid
Rondetijd
M2/-
M2/-
(2 sec.)
Rondeafstand
De metingen starten/stoppen
Standaard worden de metingen automatisch gestart zodra de fiets
in beweging komt. Deze functie heet de auto modus.
Tijdens het meten knippert"km/h" of "mph".
De totaalafstand, de maximum snelheid, de maximum hartslag en
de maximum cadans worden onafhankelijk van het starten en stop-
pen van de metingen geactualiseerd.
Auto modus
Wanneer de auto modus is ingeschakeld (
fietscomputer waar wanneer het wiel draait en worden de metingen
automatisch gestart en gestopt.
Wanneer de auto modus is uitgeschakeld (
de metingen gestart en gestopt met behulp van de SSE-toets.
* Zie het menuscherm "De auto modus instellen" (blz. 32) voor het in- en
uitschakelen van de auto modus.
* Wanneer de signaaloverdracht is gestopt en de sensorsignaalsymbolen
,
,
zijn uitgeschakeld (zie blz. 15), is het mogelijk dat de
hoofdtimer niet start omdat het snelheidssignaal niet reageert.
Druk op de M1/+ of M2/- -toets om de sensorsignaalsymbolen
in te schakelen.
Verlichting
Wanneer de LT-toets wordt ingedrukt, wordt de verlichting van de
display gedurende ca. 3 seconden ingeschakeld.
* Wanneer een willekeurige toets wordt ingedrukt terwijl de verlichting is inge-
schakeld, dan blijft de verlichting 3 seconden langer branden.
De meetgegevens nulstellen
Houd in het metingenscherm de SSE-toets en de M1/+ of de M2/-
-toets ingedrukt om alle meetgegevens (TM, DST, rondetijd, C.D.
DST enz.) en de rondetijden op nul te zetten.
* Alle gegevens worden bij het nulstellen in een bestand opgeslagen. (blz. 24)
* Het scherm bevriest gedurende ongeveer 2 seconden na het op nulstellen,
hoewel alle metingen normaal worden uitgevoerd, inclusief de verstreken tijd.
* De instelling voor de aftelafstand (C.D.DST→) wordt teruggezet op de eer-
der door u ingestelde waarde.
* Nulstellen is niet mogelijk gedurende 5 seconden na het indrukken van de
LAP-toets.
Spaarstand
Wanneer de fietscomputer gedurende 5 minuten geen gegevens ont-
vangt, wordt de spaarstand ingeschakeld waarin alleen de datum en
tijd worden getoond. Wanneer een willekeurige toets wordt ingedrukt,
met uitzondering van de AC-toets, wordt de spaarstand weer uitge-
schakeld en verschijnt het metingenscherm weer. Wanneer de spaar-
stand van de fietscomputer is ingeschakeld, moet een toets worden
ingedrukt voordat het meten van gegevens kan worden gestart.
licht op), dan neemt de
is gedoofd), worden
AT symbool
,
,
LT
SSE
M1/+
SSE
(Tegelijk indrukken)
(of)
SSE
M2/-
(Tegelijk indrukken)
Spaarstand
NL-17