M2/-
Datum en tijd instellen
Stel de "tijdsnotatie", de "uren", de "minuten", de "datumnotatie", het "jaartal", de
"maand" en de "datum" in.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het
bovenste menuscherm te openen.
Ga naar het CLOCK.DATE-scherm met behulp van de M1/+
of M2/- -toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Bovenste menuscherm:
MENU
(Achterzijde)
Van menu verwisselen:
M1/+
(of)
M2/-
2. Selecteer de tijdsnotatie.
Selecteer de "24h (24-uurs)" of de "12h (12-uurs)"
tijdsnotatie met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en
bevestig uw keuze met de SSE-toets.
24h ↔
↔ ↔
↔ ↔ 12h:
M1/+
(of)
M2/-
3. Voer de "uren" of de "minuten" in.
Voer de "uren" in met behulp van de M1/+ of M2/- -toets,
bevestig de invoer met de SSE-toets en voer daarna op
dezelfde wijze de "minuten" in.
Verhogen/verlagen:
M1/+
(of)
M2/-
4. Selecteer de datumnotatie.
Selecteer een datumnotatie uit "YY/MM/DD", "MM/DD/YY"
en "DD/MM/YY" met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en
bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Datumnotatie veranderen:
M1/+
M2/-
5. Voer "jaartal", "maand" en "datum" in.
Voer "jaartal", "maand" en "datum" in, in de in stap 4
gekozen volgorde, met behulp van de M1/+ of M2/- -toets
en bevestig de invoer met de SSE-toets. Voer voor het
jaartal alleen de laatste 2 cijfers in.
Verhogen/verlagen:
M1/+
(of)
M2/-
6. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste
menuscherm (CLOCK.DATE-scherm) en uw verandering(en)
te bevestigen. Druk nogmaals op de toets om terug te keren
naar het metingenscherm.
Naar het bovenste menuscherm/
metingenscherm:
NL-28
Bevestigen:
SSE
Tijdsnotatie
Bevestigen:
SSE
Uren Minuten
Bevestigen:
SSE
Bevestigen:
(of)
SSE
Bevestigen:
SSE
MENU
(Achterzijde)
M1/+
M2/-
Wielomtrek en wielkeuze
Verander de wielomtrek (A / B) en de bandenmaat (uitrollengte van het wiel).
* Zie "Wielomtrek" (blz. 13) voor details over de bandenmaten.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het
bovenste menuscherm te openen.
Ga naar het WHEEL-scherm met behulp van de M1/+ of M2/-
-toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Bovenste menuscherm:
Van menu verwisselen:
2. Selecteer wiel "A" of "B" met behulp van de M1/+ of M2/--toets.
A ↔ B:
Indien de wielomtrek op dit moment niet gewijzigd hoeft te
worden, dan kunt u de instelling verlaten door op de MENU-
toets te drukken.
3. Voer de laatste 2 cijfers van de wielomtrek voor het in stap 1
gekozen wiel in met behulp van de M1/+ of M2/--toets en
bevestig de instelling met de SSE-toets.
Voer vervolgens op dezelfde wijze de eerste 2 cijfers in.
Verhogen/verlagen:
4. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste
menuscherm (WHEEL-scherm) en uw verandering(en) te
bevestigen.
Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het
metingenscherm.
Naar het bovenste menuscherm/
metingenscherm:
Het sensor-ID synchroniseren
Deze handeling moet telkens worden uitgevoerd wanneer u de fietscomputer met een
andere sensor wilt gebruiken of wanneer u een nieuwe hartslagmeter heeft.
* Om metingen te kunnen verrichten moet deze fietscomputer bekend zijn met de sensor-ID's
van de sensoren. De fietscomputer kan geen signalen ontvangen van sensoren waarvan hij de
sensor-ID's niet kent.
* Om het sensor-ID in te stellen moet de hartslagmeter worden omgedaan (blz. 9) en zich in de
buurt van de fiets bevinden waarop een snelheids-/cadanssensor is gemonteerd (blz. 7).
* Zorg er bij het zoeken naar het sensor-ID voor, dat er zich geen andere sensoren in een straal van
10 m bevinden. Voor de snelheids/cadanssensor is het ook mogelijk om de RESET-toets op de
sensor in de drukken om de signaaloverdracht van de sensor opzettelijk uit te schakelen.
MENU
(Achterzijde)
M1/+
Bevestigen:
(of)
M2/-
SSE
M1/+
Bevestigen:
(of)
M2/-
SSE
M1/+
Ander cijfer kiezen:
(of)
M2/-
SSE
MENU
(Achterzijde)
M1/+
Wielkeuze
Huidige wielomtrek
Vervolgd
NL-29