4 WERKING
Let op dat deze babyfoon alleen een hulpmiddel is. Het
toestel kan nooit de fysieke en controlerende aanwezig-
heid van een ouder of een oppasser vervangen.
4.1
IN/UITSCHAKELEN:
2 sec.
2 sec.
4.2
VERBINDINGSCONTROLE:
Zodra u de ouder-unit heeft ingeschakeld, gaat deze op
zoek naar de baby-unit:
1.
tijdens het zoeken naar de baby-unit knippert het
verbindingscontrolelampje
2.
zodra de ouder-unit de baby-unit gevonden heeft,
licht het verbindingscontrolelampje
(ook als de baby-unit in rust is)
3.
indien de ouder-unit na 30 seconden nog steeds niet
de baby-unit heeft gevonden (omdat deze nog uit
staat, de batterijen hiervan leeg zijn of deze te ver
verwijderd is), klinken er elke 10 seconden 3 korte
beeptonen als attentie dat er geen verbinding is
Let op: In de FULL ECO MODE licht dit lampje alleen op als er daadwer-
kelijk contact is tussen de baby unit en de ouder unit. Als de baby unit in
rust is, is dit verbindingscontrolelampje gedoofd.
de aan/uit toets gedurende ruim 2
seconden indrukken om de betreffende
unit in te schakelen
nogmaals de aan/uit toets 2 seconden
ingedrukt houden om de unit weer uit
te schakelen
8
continu op