Fig. 18
Doe dit bij voorkeur achteraan bij de uitsparing voor
primer en choke-hendel; duw daartoe de achterste
handgreep eventueel iets achteruit - oefen geen
geweld uit!
Fig. 19
Duw de kap een beetje samen, zodat ze precies in
de voorste groef bij de handbeveiliging aan de
starterzijde van de basisbehuizing past. Hou de
handbeveiliging bij reeds geactiveerde kettingrem
eventueel in haar speling vooraan. Vóór u de
bevestigingschroef (16) vastdraait, controleert u of
de kap rondom volledig in de groef van de
hoofdbehuizing zit.
11.3 Instelling carburateur
De carburateur wordt in de fabriek optimaal
ingesteld. Afhankelijk van de gebruikslocatie
(gebergte, laagland) moet het stationair toerental
eventueel worden gecorrigeerd met de stationair-
aanslagschroef "T" (24).
De regelschroeven voor het mengsel bij
stationair toerental "L" en het mengsel bij vollast
"H" (25) mogen enkel worden ingesteld in de
erkende werkplaats.
Bij een correcte instelling van het stationair toerental
moet de motor bij standgas ronddraaien zonder dat
de zaagketting wordt aangedreven. Correcties van
de instelling op het in de technische gegevens
vermelde gemiddelde stationaire toerental, kunnen
het best als volgt worden uitgevoerd aan de
stationair-aanslagschroef "T" en met behulp van een
toerentalmeter:
• Als het stationair toerental te groot is (met name
als de zaagketting reeds wordt aangedreven
zonder gas te geven), draait u de stationair-
aanslagschroef "T" iets open door linksom te
draaien.
• Als het stationair toerental te laag is (de motor
gaat in standgas dus telkens weer uit), draait u de
stationair aanslagschroef "T" iets dicht door
rechtsom te draaien tot de motor gelijkmatig
loopt.
De zaagketting mag nooit worden
aangedreven bij stationair toerental!!
Als een optimale instelling van de carburateur niet
kan worden verkregen door de stationair-
aanslagschroef "T" te corrigeren, dient u de
carburateur optimaal te laten instellen in een erkende
werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de
erkende werkplaats
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel om de
regelschroef "L" voor het mengsel bij stationair
toerental en de regelschroef "H" voor het mengsel bij
vollast te corrigeren.
Voor een correcte instelling van het stationair
toerental moet de luchtfilter schoon zijn!
Laat de motor warmdraaien voor u de instelling
uitvoert.
De carburateur wordt ingesteld om een maximaal
motorvermogen te verzekeren. Voor de instelling
moet in elk geval een toerentalmeter worden
gebruikt!
Belangrijk: Stel geen hoger toerental in dan
aangegeven, want dit kan tot motorschade leiden!
11.4 Onderhoud van de kettingrem
Controleer dagelijks of de kettingrem vlot werkt en
goed functioneert. Verwijder hars, zaagspaanders en
vuil.
Fig. 20
Smeer zichtbare scharnierpunten en lagers met vet of
een temperatuurbestendige motorolie.
Functiecontrole
11.5 Trillingsdemping
Als de trillingen aan de handgreep na een lange werktijd
veel sterker zijn dan bij een nieuwe motorzaag, moeten
de dempingselementen (trilmetalen) op beschadiging
worden gecontroleerd en eventueel worden vervangen.
Als u met de motorzaag werkt terwijl de
trillingsdemping defect is, brengt u uw
gezondheid in gevaar!
- 125 -
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
paragraaf 7.
NEDERLANDS 19