11. Gebruiks- en onderhoudsinstructies
Voor het onderhoud en de herstelling van moderne
apparaten en hun veiligheidsrelevante componenten
is een gekwalificeerde vakopleiding vereist, alsook
een werkplaats die over speciaal gereedschap en
testapparaten beschikt. De fabrikant adviseert dan
ook alle werkzaamheden die niet in deze
gebruiksaanwijzing beschreven zijn, te laten
uitvoeren door een gespecialiseerde werkplaats. De
vakman beschikt over de vereiste opleiding, ervaring
en uitrusting om u de meest betaalbare oplossing
aan te bieden. Hij helpt u verder met raad en daad.
Hou bij alle onderhoudswerken rekening met de
veiligheidsvoorschriften!
Na een inlooptijd van ca. 5 bedrijfsuren moet worden
nagegaan of alle bereikbare schroeven en moeren
(behalve de instelschroeven van de carburateur)
goed vastzitten. Indien nodig aanspannen.
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen
geen open vuren of dergelijke in de omgeving
voorkomen. Bij langdurige onderbrekingen (meer
dan vier weken) dient u ook rekening te houden met
de instructies in paragraaf 11.7 "Stilleggen en
opbergen".
11.1 Onderhoud en verzorging van de
snijgarnituur
Zaagketting:
Zoals elk snijwerktuig staat de zaagketting bloot aan
natuurlijke slijtage. Als de zaagketting goed scherp
staat, krijgt u de beste resultaten van uw motorzaag.
Elke zaagketting is qua vorm, snijvermogen en
opbouw aangepast aan het specifieke type
motorzaag. Gebruik uitsluitend originele SOLO-
zaagkettingen die specifiek voor uw type motorzaag /
uw geleidingsrail toegelaten zijn.
Steek
in inch
in mm
635, 636, 642:
3/8'' Spez.
9,32 mm
643IP:
.325''
8,25 mm
Zaagketting slijpen:
Om te slijpen moet een speciale ronde kettingvijl van
de juiste diameter worden gebruikt. Normale ronde
vijlen zijn niet geschikt.
Vijlen Ø
Vijlhoek
Afstand diepteaanslag
mm/inch
α
635, 636, 642:
5
4,0/
/
30°
32
643IP:
3
4,8/
/
30°
16
Dikte van
aandrijfschakel
in inch
1,3 mm
.050''
1,5 mm
.058''
Vijlrichting
b
mm/zoll
0,64 / .025
0,64 / .025
Leg de vijlhouder op het tanddak. De vijl mag enkel
tijdens de voorwaartse streek grijpen. Til de vijl op als
u ze achteruit trekt.
tanden van de zaagketting. Alle snijkanten moeten
even lang zijn.
Vijl eerst alle snijkanten van een zijde van binnen
naar buiten, daarna alle snijkanten aan de andere
zijde.
Vijl beschadigingen altijd volledig weg uit de zijplaat
en het tanddak.
Correctie van de diepteaanslag:
De afstand b tussen de diepteaanslag (ronde nok) en
de snijkant bepaalt de spaanderdikte.
Opgelet! Een te grote afstand verhoogt het risico
op terugslagen!
Voor uw veiligheid: Als u tijdens het vijlen de ketting
wenst door te trekken, trekt u de ketting met een
schroevendraaier vooruit naar de zaagbladtop. Zo
vermindert u het risico van weg te glijden.
- 123 -
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
Met een vijlhouder kan
de vijl gemakkelijker
worden geleid. Een
vijlhouder is voorzien
van markeringen voor
de correcte slijphoek
(markeringen parallel
met de zaagketting
houden) en begrenst de
inzinkdiepte (4/5
vijldiameter)
Eerst wordt de kortste snijtand
geslepen. De lengte van die
tand vormt dan het
referentiepunt voor alle andere
De beste snijresultaten
worden verkregen met de
voorgeschreven afstand van
de diepteaanslag. Controleer
de afstand van de
diepteaanslag bij elke
slijpbeurt.
Leg de mal van de
diepteaanslag op de
snijkanten. Als de
diepteaanslag uitsteekt, het
uitstekende gedeelte afvijlen
met de platte vijl.
Rond de voorkant van de
diepteaanslag af. De
oorspronkelijke vorm moet
worden hersteld.
NEDERLANDS 17