Voorbereiding van het werk ; Brandstof en olie voor de kettingsmering tanken
5. Voorbereiding van het werk
5.1 Montage geleidingsrail en ketting
Bij de montage van de ketting en
het instellen van de kettingspanning moet de
kettingrem vrijgegeven zijn [handbeveiliging
(3) achteruit trekken naar de greepbeugel (4)].
Opmerkingen voor nieuwe zaagkettingen: Voor een
nieuwe ketting wordt geplaatst, is het aan te bevelen
deze in een recipiënt (bak) met kettinghechtolie te
leggen.
Fig. 2
(643IP)
*
13a
636, 642, 643IP;
• Draai de bevestigingsmoeren van de railafdekking
(12) los.
• Neem de railafdekking af.
• Bij de eerste montage dient u de kartonnen schijf
die in de fabriek als transportbeveiliging onder de
railafdekking werd geplaatst, te verwijderen voor u
de geleidingsrail monteert.
• Bij gebruikte zagen het railsteunvlak en de olie-
uitgang reinigen.
• Verstel de kettingspannok tot tegen de linker
aanslag met behulp van de kettingspanschroef
(13).
Opmerking: Telkens de geleidingsrail wordt
gemonteerd of gedemonteerd, moet de
kettingspannok (b) tot tegen de linker aanslag
worden verplaatst.
Fig. 3
(643IP)
• Zet de geleidingsrail op; de kettingspannok moet
daarbij volledig in de voorziene boring in de
geleidingsrail grijpen..
• Leg de ketting over het kettingwiel en in de
geleidingsgroef van de geleidingsrail.
o De snijkanten van de zaagtanden moeten aan
de railbovenzijde naar de zaagbladtop wijzen.
NEDERLANDS 10
o Let erop dat de aandrijfschakels juist tussen de
vertandingen van het kettingwiel en op de
zaagbladtop aan het zwaardpunt ingrijpen.
• Plaats de railafdekking; draai de
bevestigingsmoeren eerst slechts met de vingers
aan.
• Na een correcte instelling van de kettingspanning
(zie volgende paragraaf) de bevestigingsmoeren
vastdraaien zoals hierna wordt beschreven.
5.2 Kettingspanning instellen
• Draai de bevestigingsmoeren railafdekking (12)
los of slechts met de vingers vast.
• Leg de zaagbladtop op een geschikte houten
ondergrond (bijv. boomstronk) en duw daardoor
de geleidingsrail iets omhoog.
• Stel met de kettingspanschroef (13) de correcte
kettingspanning in.
o Door de kettingspanschroef rechtsom te
draaien, neemt de kettingspanning toe;
o door linksom te draaien, wordt de ketting losser
gezet.
• De kettingspanning is correct ingesteld als de
ketting volledig tegen de geleidingsrail ligt maar
met de hand nog 2 - 4 mm van de geleidingsrail
kan worden opgetild.
*
13b
635
Fig. 4
(schematische voorstelling)
• Terwijl de zaagbladtop opgelegd is (geleidingsrail
iets omhoog geduwd), draait u de
bevestigingsmoeren vast met de bijgeleverde
combinatiesleutel. Daarna de kettingspanning
opnieuw controleren.
Voor het starten altijd de kettingspanning controleren
en eventueel aanpassen. Als de machine is
warmgedraaid en ook nu en dan tijdens het werk bij
opnieuw uitgeschakelde motor de kettingspanning
opnieuw controleren en eventueel bijregelen.
Belangrijk:
Omdat de ketting door het afkoelen weer iets
samentrekt, moet de kettingspanning na het werk en
voor de machine wordt opgeborgen, losser worden
gezet.
6. Brandstof en olie voor de kettingsmering
De tankdeksels voor de brandstoftank en de olietank
van de kettingsmering worden afgedicht met een O-
ring. Beide tanksluitingen moeten zonder
gereedschap slechts vingervast worden aangedraaid.
- 116
-.
tanken