6.3. Instellen van de maximale lucht-
volumestroom in de slaapzone
Dit hoofdstuk volgt het tweede deel van
het stappenplan uit Fig. 6.1.
Na het afronden van de standaard
inbedrijfstellingsprocedure moet
de verdeling tussen de woonzone
en de slaapzone worden ingesteld.
De zoneregeling zorgt ervoor dat
in de woonzone en slaapzone
afzonderlijk 100% van de lucht-
volumestroom volgens Bouw-
besluit kan worden toegevoerd.
1. Druk op de kalibratieknop (Fig. 6.2,
pos. 5).
De status-led (Fig. 6.2, pos. 3)
staat uit.
2. De led kalibratiestap 2 (Fig. 6.2, pos.
7) knippert oranje zolang de kleppen
bewegen.
De klep voor de slaapzone word
volledig geopend. De ventilatie in
de woonzone wordt verminderd
door de klep gedeeltelijk te sluiten.
3. Stel de minimale luchtdoorlaat van de
klep in, door aan de draaiknop klep
woonzone (Fig. 6.2, pos. 4) te draaien.
4. Stel deze zo af, dat uit meting blijkt,
dat 100% van de luchtvolumestroom
volgens Bouwbesluit wordt gehaald in
de slaapzone.
5. Stel de ventielen zo in, dat in elke
ruimte de juiste luchtvolumestroom
wordt gehaald.
6.4. Instellen van de maximale lucht-
volumestroom in de woonzone
Dit hoofdstuk volgt het derde deel van
het stappenplan uit Fig. 6.1.
22 - NL
1. Druk op de kalibratieknop (Fig. 6.2,
pos. 5).
De status-led (Fig. 6.2, pos. 3)
staat uit.
2. De led kalibratiestap 3 (Fig. 6.2, pos.
8) knippert oranje zolang de kleppen
bewegen.
De klep voor de woonzone word
volledig geopend. De ventilatie in
de slaapzone wordt verminderd
door de klep gedeeltelijk te sluiten.
3. Stel de minimale luchtdoorlaat van de
klep in, door aan de draaiknop klep
slaapzone (Fig. 6.2, pos. 1) te draaien.
4. Stel deze zo af, dat uit meting blijkt,
dat 100% van de luchtvolumestroom
volgens Bouwbesluit wordt gehaald in
de woonzone.
5. Stel de ventielen zo in, dat in elke
ruimte de juiste luchtvolumestroom
wordt gehaald.
6.5. Drukbegrenzing
Zowel de ComfoAir E als de ComfoAir
Q zijn uitgerust met een drukbegrenzer.
Drukbegrenzing kan optreden wanneer
de ventielen tijdens de standaard
inbedrijfstellingsprocedure teveel worden
geknepen, of wanneer de kleppen tijdens
verdeling tussen de zones teveel worden
gesloten. De warmteterugwinunit kan
dan niet de gewenste luchthoeveelheid
leveren.
Probeer in dit geval de procedure voor
inbedrijfstelling opnieuw te doorlopen
en de statische druk (weerstand) te
verminderen door de ventielen verder te
openen. Doel is dat altijd tenminste één
van de toe- en afvoerventielen per zone
volledig open staat.