Installatieprocedure
Functie Temperatuuruitgang in nood (ETO)
LET OP
Om de ETO-functie te gebruiken, moet de MIM-B14, een externe contactinterfacemodule, in elke binnenunit geïnstalleerd
zijn.
– De ETO wordt gebruikt voor de noodwerking van binnenunits. Als binnenunit 1 (hoofdbinnenunit) stopt wegens een fout,
dan begint binnenunit 2 (subbinnenunit) te werken.
– Binnenunit 2 werkt dan in principe in de vorige modus. [De eerste keer bediening start bij 24 °C Auto-modus.]
– Om gedetailleerdere bedrijfsomstandigheden in te stellen voor binnenunit 2, gebruik de S-net Pro.
De ETO instellen
Communicatie tussen binnen-
en buitenunits (F1 en F2)
1 Hoofdbinnenunit
– Schakel de externe contactregeling (standaard) uit.
– Sluit de S-net pro2 aan op F1 en F2.
– Schakel de ETO-functie in en stel temperatuur en tijd in.
2 Subbinnenunit
– (Vereist) Schakel de externe contactregeling in (met de installatieoptie SEG14 - Omgekeerde bediening).
– Sluit de S-net pro2 aan op F1 en F2.
– Schakel de ingangsregeling in en stel de modus, temperatuur en ventilatorsnelheid in.
[Master]
32
Nederlands
Hoofdbinnenunit
Subbinnenunit
Fout uitgangspoort (1, 2)
Externe
contactinterfacemodule
MIM-B14
Contact ingangspoort (5, 6)
[Slave]