Buitendiameter (mm)
ø6,35
Ø9,52
Ø12,70
Ø15,88
Ø19,05
OPMERKING
Als de leidingen moet worden ingekort, zie Stap 6
Snijden en affakkelen van de leidingen op pagina 14.
2 Zorg ervoor dat een isolatie wordt gebruikt dat dik
genoeg is om de koelmiddelleiding te bedekken om het
vallende condenswater op de grond aan de buitenzijde
van de buis te beschermen en het rendement van de unit
te verbeteren.
3 Snijd de resterende schuimisolatie af.
4 Zorg ervoor dat er geen scheuren of golven op het
gebogen gebied zijn.
5 Het kan nodig zijn om de isolatiedikte (10 mm of meer)
te verdubbelen om condensatie te voorkomen, zelfs op
de isolatie indien het geïnstalleerde gebied warm en
vochtig is.
LET OP
Sluit de binnenunit en de buitenunit aan met behulp van
leidingen met wartelaansluitingen (niet meegeleverd).
Gebruik voor de leidingen, geïsoleerd, ongelaste, ontvet
en gedesoxideerd koperen pijp (Cu DHP type volgens ISO
1337 of UNI EN 12735-1), geschikt voor werkdrukken
van tenminste 4,2 MPa en voor een barstdruk van ten
minste 20,7 MPa. Koperleidingen voor sanitair gebruik
zijn hiervoor niet geschikt.
Voor afmetingen en limieten (hoogteverschil,
leidinglengte, max. bochten, koelmiddel, etc.) zie de
installatiehandleiding van de buitenunit.
Alle koelmiddel aansluitingen moet toegankelijk zijn, om
ofwel onderhoud van de unit of volledige verwijdering
mogelijk te maken.
Als de leidingen gesoldeerd dienen te worden, zorg
ervoor dat zuurstofvrije stikstof (OFN) door het systeem
stroomt.
Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05 MPa.
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
14 tot 18
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken op de
binnenunit te identificeren.
34 tot 42
Voor het trekken van het vacuüm en recirculeren van het
49 tot 61
koelgas moet u het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met een drukregelaar) bij
68 tot 82
een druk boven 4 MPa, om lekken van het koelmiddel op de
100 tot 120
koelmiddelverbindingen onmiddellijk te kunnen detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 15 minuten en zet het systeem
met stikstof onder druk.
1-wegscassette
4-wegscassette
Stap 9 Isoleren van de
koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt u
de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke koelmiddelleiding.
Geen opening
Co o ntactblok
Contactblok
NBR
Vloeistofkant
Gaskant
Vloeistofkant
Gaskant
15
Nederlands