LET OP
Alleen in de Cool modus kunt u de goede werking
van de afvoerpomp controleren.
Wanneer de elektrische kabelaansluiting niet is
voltooid
Verwijder de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
Sluit de voedingspanning (220 tot 240V, 50 Hz) aan
op de L en N klemmen.
Hermonteer de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
LET OP
Als de vlotterschakelaar niet is gedetecteerd
wegens onvoldoende water in de afvoerbak, werkt
de afvoerpomp niet.
Als de voedingsspanning direct op de L en N
klemmen wordt aangesloten, kan een communicatie
fout verschijnen.
Na het controleren van de waterafvoer, de unit
uitzetten en loskoppelen van de voedingsspanning.
Hermonteer de deksel van de besturingskast.
c Controleer of de afvoerpomp goed werkt.
d Controleer of de waterafvoer aan het einde van de
afvoerbuis goed werkt.
e Controleer op lekkages bij de afvoerbuis en het
aansluitdeel van de afvoerbuis.
Wanneer een lek ontstaat, controleer dan of
f
de binnenunit horizontaal hangt en controleer
de aansluitdeel van de afvoerslang, afvoerbuis
aansluitdeel en afvoerpomp aansluiting.
g Wanneer de controle van de afvoer is voltooid en er
condenswater achterblijft in de afvoerbak, dan het
water verwijderen.
Stap 12 Optioneel: DPM (Digitaal
Packaged Multi) installeren
OPMERKING
Alleen bij de modellen AC052RN4DKG, AC071RN4DKG en
AC035RN1DKG Kan een DPM worden geïnstalleerd.
Bij de installatie van de DPM moet u "DPM-instelling"
instellen op de buitenunit.
U hoeft het adres niet handmatig in te stellen voor de
binnenunit.
Als het DPM-model niet is ingesteld, kan er een
communicatiefout optreden.
Wanneer de buitenunit gedurende een minuut nadat
de stroom is ingeschakeld de binnenunit volgt, kan
de werking stoppen als het ontvangen signaal van de
afstandsbediening van de geïnstalleerde binnenunit
verschillend is.
Om niveauregeling in te schakelen met de
gecentraliseerde regelaar, zie pagina 31.
LET OP
Bij de installatie van DPM kan slechts een externe
regelaar worden verbonden.
Stap 13 Het stroomsnoer en de
communicatiekabels aansluiten
LET OP
Denk er altijd aan om eerst de koelmiddelleidingen aan
te sluiten voordat de elektrische aansluitingen gemaakt
worden.
Bij het loskoppelen van het systeem, altijd eerst
de elektrische kabels losmaken voordat de
koelmiddelleidingen worden losgekoppeld.
Voor het product dat koelmiddel R-32 gebruikt, moet u
erop letten geen vonk te maken door aan de volgende
vereisten te voldoen:
– Verwijder de zekeringen niet als de stroom
ingeschakeld is.
– Haal de stekker niet uit het stopcontact als de stroom
ingeschakeld is.
– Het is aanbevolen om het stopcontact op een hoge
positie te plaatsen. Plaats de snoeren zo dat ze niet
verward raken.
Vergeet ook niet de airco op het aardingssysteem aan
te sluiten voordat begonnen wordt met de elektrische
aansluitingen. Gebruik een krimpringaansluiting aan het
einde van elke draad.
De binnenunit wordt gevoed door de buitenunit via een
H07 RN-F aansluitkabel (of een meer spanningsmodel),
met isolatie in synthetisch rubber en een mantel in
polychloropreen (neopreen), volgens de eisen vastgelegd in
de standaard EN 60335-2-40.
1 Verwijder de schroef van de elektrische
componentenkast en verwijder de deksel.
2 Leidt de aansluitkabel door de zijkant van de binnenunit
en sluit de kabel op de klemmen volgens onderstaande
figuur aan.
3 Leidt het andere einde van de kabel via het plafond en
het gat in de muur naar de buitenunit.
19
Nederlands