Nederlands
2. INSTALLATIE
2.1 Bedradingstips om EMI storingen te minimaliseren
De drives zijn ontworpen voor een werking in een industriële omgeving waar een hoog niveau van elektro-
magnetische interferentie (EMI) kan verwacht worden. Normaliter zal een goede installatie een veilige en
probleemloze werking verzekeren. Indien echter problemen optreden, kunnen de volgende richtlijnen nuttig
zijn. In het bijzonder kan het aarden van het 0 V potentiaalpunt van het toestel, zoals hieronder beschreven,
als oplossing naar voor komen.
(1)
Zorg dat alle toestellen in de kast goed geaard zijn, gebruik makend van een korte dikke aardingska-
bel en aangesloten aan een gemeenschappelijk punt. In bijzonder is het belangrijk dat de controle-ap-
paratuur (vb. PLC sturing) op dezelfde manier aan hetzelfde aardingspunt bevestigd wordt. Vlakke ge-
leiders, wegens hun lage impedantie bij hoge frequenties, worden bij voorkeur gebruikt.
De aardingsgeleider van de aangesloten motor moet rechtstreeks aan het aardingspunt ( PE ) van de
frequentieregelaar aangesloten worden.
(2)
Waar mogelijk, gebruik afgeschermde kabel voor de stuurkringen. Sluit de uiteinden netjes aan en laat
geen onafgeschermde stukken geleider zichtbaar.
(3)
Scheid zoveel mogelijk de stuurkringen van de vermogenskabels. Indien de stuurkringen de vermo-
genskabels kruisen, schik de kabels zo dat ze in een hoek van 90° kruisen.
(4)
Zorg ervoor dat contactoren in de kast onderdrukt worden; AC contactoren met RC-onderdrukkers of
DC contactoren met " flywheel-" of vrijloopdioden, aangesloten op de spoelen, en niet op de elemen-
ten die de spoel aansturen. Dit is bijzonder belangrijk als de contactoren door de uitgangscontacten
van de drive aangestuurd worden.
(5)
Gebruik afgeschermde of gewapende kabels voor de vermogenskabels en aard het scherm aan
beide uiteinden.
(6)
Als de drive in een storingsgevoelige omgeving geïnstalleerd staat, kan de RFI-filter gebruikt worden
om het interferentieniveau (conductie en straling) te verminderen. In dit geval moet de filter zo dicht
mogelijk bij de drive geplaatst worden en zo goed mogelijk geaard worden.
Onder geen enkele omstandigheid mag bij de installatie van de drive afgeweken worden van
de veiligheidsvoorschriften!
4
2. INSTALLATIE
© Siemens plc 1997