2. INSTALLATIE
2.3.3 Vermogen- en motoraansluiting - Bouwvorm C
De uitvoering van de klemmenstrook van bouwvorm C is dezelfde als deze van bouwvorm A (zie figuur 3). Al-
vorens de draden te verbinden op de klemmenstroken, laat je de ventilatorafscherming naar beneden en be-
vestig je kabels aan het wartelplaat.
Zie figuur 5 en handel als hieronder beschreven:
1. Houd met één hand de ventilatorafscherming vast en plaats de schroevendraaier in slot A aan de onder-
kant van de omvormer en duw deze omhoog om de clips los te maken. Laat de ventilatorafscherming naar
beneden zodat deze naar rechts openscharniert;
2. Door druk uit te oefenen op de wartelplaat komen de clips B en C vrij in de richting van de pijlen. Deze
plaat scharniert naar links;
3. Maak elke kabel in het juiste gat vast in de wartelplaat. Gebuik eventueel passende metalen EMC wartels.
Wees zeker dat de draden lang genoeg zijn om de klemblokken te bereiken;
4. Verbind de draden in de klemblokken als getoond in figuur 3. (zie sectie 2.3.4 voor informatie over het ver-
binden van stuurdraden.) HET IS HEEL BELANGRIJK DAT DE MOTOR- EN STUURKABELS APART
WORDEN GEHOUDEN;
5. Plaats de wartelplaat terug op de basis van de omvormer. Verzeker u ervan dat de clips terug op hun
plaats zitten;
6. Plaats de ventilatorafscherming terug op de basis van de omvormer.
A:
Clips ventilatorafscherming
B & C:
Clips wartelplaat
D:
Stuurkabeldoorvoer (16.2 mm diameter; aanvaardt kabels tot 10 mm diameter)
E:
Voedingskabeldoorvoer (22.8 mm diameter; aanvaardt kabels tot 14.5 mm diameter)
F:
Mototkabeldoorvoer (22.8 mm diameter; aanvaardt kabels tot 14.5 mm diameter)
Figuur 5: Vermogenaansluitingen Toegangsdiagram - Bouwvorm C
© Siemens plc 1997
D
E
F
C
B
A
11
Nederlands
G85139-H1750-U049-A2
12/02/98