Waarschuwingslampjes branden of knipperen
Oliedrukcontrolelampje
Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, rijd dan
veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
LET OP
Het blijven rijden met een lage oliedruk kan ernstige beschadiging
van de motor veroorzaken.
1. Controleer het motoroliepeil en vul indien
nodig bij met olie.
2
2. Start de motor.
u
Rijd uitsluitend door als het
oliedrukcontrolelampje uit gaat.
Snel accelereren kan ervoor zorgen dat het
oliedrukcontrolelampje tijdelijk gaat branden,
vooral wanneer de olie op of dicht bij het laagste
niveau staat. Als het oliedrukcontrolelampje blijft
branden wanneer het oliepeil op het juiste niveau
staat, zet de motor dan uit en neem contact op
met uw dealer.
Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op
een lekkage of ander serieus probleem met uw
scooter. Laat uw scooter door uw dealer inspecteren.
P. 76, 77
PGM-FI-storingslampje
(elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL)
Als het controlelampje tijdens het rijden gaat
branden, kan het PGM-FI-systeem een ernstig
defect vertonen. Verminder snelheid en laat uw
scooter zo snel mogelijk door uw dealer
inspecteren.
93