7 Bedienings- en weergave-elementen
1 2
3 4 5 6
7 8
9
NL
Mode/Enter
Set
10
11
1 tot 8: Indicator-LED's
- LED 1 tot LED 3 = systeemdruk in de maateenheid die op de sticker is aangegeven�
- LED's 4 - 6 niet aangesloten�
- LED 7, LED 8 = schakeltoestand van de betreffende uitgang�
9: Alfanumerieke indicatie, 4 tekens
- Weergave van de actuele systeemdruk�
- Weergave van de parameters en de parameterwaarden�
10: Toets set
- Instellen van de parameterwaarden (continu door permanent indrukken; stapsgewijs
door één keer indrukken)�
11: Toets mode/enter
- Selectie van de parameters en bevestigen van de parameterwaarden�
7