10 Bedrijf
Na het inschakelen van de voedingsspanning bevindt het apparaat zich in de
runmodus (= normale bedrijfsmodus)� Het voert zijn meet- en analysefuncties uit
en geeft uitgangssignalen overeenkomstig de ingestelde parameters�
Informatie over de bedrijfsindicaties: → hoofdstuk 7 Bedienings- en
weergave-elementen�
10.1 Instelling van de parameters aflezen
► Op [Mode/Enter] drukken tot de gewenste parameter wordt weergegeven�
► Kort op [Set] drukken�
> Het apparaat toont gedurende ca� 15 s de bijbehorende parameterwaarde� Na
nog eens 15 s gaat het terug naar de runmodus�
10.2 Foutindicaties
[OL]
Overbelastingsdruk (meetbereik overschreden)�
[UL]
Onderbelastingsdruk (meetbereik onderschreden)�
[SC1]
Kortsluiting in OUT1*.
[SC2]
Kortsluiting in OUT2*.
[SC]
Kortsluiting in beide uitgangen*.
[Err]
Knipperend: interne fout�
*De betreffende uitgang is uitgeschakeld zolang de kortsluiting blijft duren.
De meldingen SC1, SC2, SC, Err worden ook bij een uitgeschakeld display weergegeven�
10.3 Instelbereiken
bar
PSI
MPa
bar
PSI
kPa
ΔP = stappenwijdte
14
SP1 / SP2
min
max
-0,90
10,00
-13
145
-0,090
1,000
0,02
2,50
0,4
36,2
2
250
rP1 / rP2
min
max
-0,95
9,95
-14
144
-0,095
0,995
0,01
2,49
0,2
36,0
1
249
ΔP
0,05
1
0,005
0,01
0,2
1