Stap 9: Configureren voor TCP/IP
IP-adres toewijzen
IP-instellingen
controleren
Als TCP/IP beschikbaar is in uw netwerk, raden wij u aan om een IP-
adres toe te wijzen aan de printer.
Als uw netwerk gebruik maakt van DHCP, wordt automatisch een IP-
adres toegewezen nadat u de netwerkkabel op de printer hebt
aangesloten.
1
Zoek in dat geval het adres in het gedeelte "TCP/IP" van de
pagina met netwerkinstellingen die u hebt afgedrukt in "Pagina's
met instellingen afdrukken" op pagina 23.
2
Ga naar "IP-instellingen controleren" en begin met stap 2.
Als uw netwerk geen gebruik maakt van DHCP, moet het IP-adres
handmatig aan de printer worden toegewezen.
U kunt dit op eenvoudige wijze doen met de Print Server TCP/IP Setup
Utility.
Gedetailleerde instructies voor installatie en gebruik van dit
hulpprogramma vindt u op de cd met stuurprogramma's die u bij de
printer hebt ontvangen. Start de cd, klik op View Documentation en
vervolgens op Network Printer Install. Zoek naar informatie over het
gebruik van de Print Server TCP/IP Setup Utility.
Om van dit hulpprogramma gebruik te kunnen maken, moet u het
12-cijferige fysieke adres van de printer kennen of het Universally
Administered Address (UAA). De UAA-gegevens vindt u op de pagina
met netwerkinstellingen die u in een eerder stadium hebt afgedrukt. Het
maakt niet uit welke vorm van het UAA u gebruikt (MSB of normaal).
1
Druk opnieuw een pagina met netwerkinstellingen af. Zoek het
kopje "TCP/IP" en controleer of voor IP-adres, Netmask en
Gateway de verwachte waarden worden weergegeven.
Raadpleeg "Pagina's met instellingen afdrukken" op pagina 23.
Configureren voor TCP/IP
25