De geprojecteerde beelden aanpassen
Vooringest. Beeldst.
Selecteer de optimale instelling volgens het geprojecteerde beeld van vijf
voorinstellingen die op voorhand waren voorbereid.
De volgende instellingen worden opgeslagen in de voorinstellingen.
Frame-interpolatie, Deinterlacing, Ruisvermindering, MPEG
ruisonderdrukking, Super-resolution, Detailverbetering
a
• Om de vertragingen te minimaliseren, stelt u Vooringest. Beeldst. In
op Uit.
• Als u Vooringest. Beeldst. op Uit zet, kunt u de andere items in
Beeldverbetering niet instellen.
a
Selecteer Vooringest. Beeldst. vanuit Beeldverbetering en druk
vervolgens op de knop [
b
Selecteer een van de volgende opties en druk vervolgens op de
knop [
].
Voorinstelling 1 to Voorinstelling 5: De instellingen die op
voorhand zijn opgeslagen worden toegepast op het beeld.
Uit: Selecteer dit om voorinstellingen uit te schakelen.
].
a
• Na het selecteren van Voorinstelling 1 tot Voorinstelling 5
kunt u elke instelling apart fine-tunen. De instelling na
correctie zal worden overschreven.
• De instelling na correctie zal apart worden overschreven
wanneer 4K verbetering is in- en uitgeschakeld.
c
Druk op de knop [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren.
Frame-interpolatie
Het huidige en het vorige frame worden gebruikt om tussenliggende
beeldjes te maken zodat bewegingen vloeiender kunnen worden
weergegeven. U kunt ook houterige bewegende beelden maken, door frames
over te laten slaan bij projectie van snel bewegende beelden.
a
U kunt Frame-interpolatie niet instellen in de volgende situaties.
• Wanneer 4K verbetering is ingeschakeld
• Wanneer een signaal wordt ingevoerd met een resolutie die WUXGA
overschrijdt
• Wanneer Hoogte-breedte is ingesteld op V-zoom
• Wanneer Schaal is ingesteld op Auto of Handmatig
• Wanneer Randoverlapping is ingesteld op Aan.
a
Selecteer Frame-interpolatie onder Beeldverbetering en druk
dan op de knop [
].
89