Inhoudsopgave
Advertenties
Lijst met functies
Submenu
Tracking
(Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB-
computersignaal wordt ingevoerd.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen
in het beeld verschijnen.
Sync.
(Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB-
computersignaal wordt ingevoerd.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of
wazig is, of als er interferentie optreedt.
Positie
Hier kunt u de positie van het venster naar boven, naar beneden,
naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet
wordt geprojecteerd.
(Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGB-
Autom. configu-
computersignaal wordt ingevoerd.)
ratie
Stel dit in op Aan om Tracking, Sync. en Positie automatisch aan
de optimale status aan te passen als het ontvangen signaal
verandert.
Wijzigt de beeldverhouding (het bereik van het geprojecteerde
Overscannen
beeld). U kunt bijsnijden instellen op 4% of 8%. Als Automatisch
is ingesteld, dan vindt automatische aanpassing volgens het
ingangssignaal plaats.
Wissen
U kunt beelden in het ingestelde gebied verbergen. Gebruik de
knoppen [ ][ ] om het gebied aan te passen. U kunt aanpassen
door een combinatie te gebruiken van Boven, Onder, Linksen
Rechts. U kunt het geprojecteerde beeld in elke richting tot de
helft verbergen (behalve voor één pixel).
Functie
Submenu
Geavanceerd
U kunt instellen door te kiezen voor de volgende items.
Videobereik: Selecteer het videobereik van het ingangssignaal
van de HDMI-poort, DVI-D-poort of HDBaseT-poort. Als het
helderheidsbereik 16 tot 235 is, selecteert u Beperkt (16-235) en
als het 0 tot 255 is, selecteert u Volledig (0-255).
Ingangssignaal: Selecteer een ingangssignaal vanaf de
Computer-poort of BNC-poort. Als hier Automatisch is
geselecteerd, wordt het ingangssignaal automatisch volgens het
aangesloten apparaat ingesteld. Als de kleuren niet juist worden
weergegeven bij de instelling Automatisch, selecteer dan het
signaal van het aangesloten apparaat.
BNC Sync. beëindig.: Stel het eindprocus in voor signalen van de
BNC In-poort. Meestal staat deze functie op Uit. Stel in op Aan
bij analoge (75Ω) beëindiging zoals voor schakelapparatuur
noodzakelijk is.
EDID: (Wordt weergegeven wanneer de huidige bron HDMI,
HDBaseT of DVI-D) Geef instellingen op die verwant zijn met
EDID. Zelfs in installaties met meerdere schermen met
verschillende resoluties, kunt u de EDID van de huidige bron
schakelen en de EDID uniform maken op de schermen door
dezelfde EDID in te stellen als het standaardscherm.
• Vooringestelde EDID: Selecteer de optimale instelling uit de
voorinstellingen. Wijzig, indien nodig, de voorinstellingen van
het submenu voor Resolutie, Vernieuwingssnelh. en
151
Functie
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
