6
Klik op de knop [Afdrukken].
De schijf waarop de vijf lijnen worden afgedrukt (één aan de bovenzijde, één aan de onderzijde, één aan de
linkerzijde, één aan de rechterzijde en een blauwe pijl omhoog), wordt naar houder 3 of 4 uitgevoerd.
7
Klik op [Voltooien] als de lijnen aan de bovenzijde, onderzijde, linkerzijde en rechterzijde
gelijkmatig op het label zijn afgedrukt. Als ze niet gelijkmatig zijn afgedrukt, past u de
uitlijning op een van de volgende manieren aan.
Als de afdruk naar links is verschoven: Selecteer een positieve correctiewaarde onder [Horizt.].
Als de afdruk naar rechts is verschoven: Selecteer een negatieve correctiewaarde onder [Horizt.].
Als de afdruk naar boven is verschoven: Selecteer een positieve correctiewaarde onder [Vertic.].
Als de afdruk naar beneden is verschoven: Selecteer een negatieve correctiewaarde onder [Vertic.].
146