Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Padus UNI Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

sche instructies monteren en instellen. De bewa-
kingsinrichtingen moeten worden gereset.
⇒ De waaier controleren op makkelijke loop, eventueel
het hydraulisch systeem reinigen
Storing: De pomp start, na korte tijd treedt de motorbeveili-
ging in werking
1. De motorbeveiligingsschakelaar is onjuist ingesteld.
⇒ Laat de instelling van de beveiliging door een elek-
tromonteur controleren en indien van toepassing
corrigeren.
2. Verhoogde stroomopname door een hogere spannings-
val.
⇒ Laat de spanningswaarden van de afzonderlijke fa-
sen door een elektromonteur controleren. Overleg
met de energieleverancier.
3. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur con-
troleren en corrigeren.
4. Het spanningsverschil tussen de fasen is te groot.
⇒ Laat de spanningswaarden van de afzonderlijke fa-
sen door een elektromonteur controleren. Overleg
met de energieleverancier.
5. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corri-
geren.
6. Verhoogde stroomopname door een verstopping in het
hydraulisch systeem.
⇒ Reinig het hydraulisch systeem en controleer de
toevoer.
7. De dichtheid van het medium is te hoog.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
Storing: De pomp draait, er vindt echter geen stroming plaats
1. Er is geen medium aanwezig.
⇒ Controleer de toevoer, zet alle afsluiters in geopen-
de stand.
2. De toevoer is verstopt.
⇒ Controleer de toevoer en verwijder de verstopping.
3. Het hydraulisch systeem is verstopt.
⇒ Reinig het hydraulisch systeem.
4. De perszijde van het leidingsysteem of de drukslang is
verstopt.
⇒ Verwijder de verstopping en vervang indien van toe-
passing beschadigde onderdelen.
5. Intermitterend bedrijf.
⇒ Controleer de schakelkast.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Padus UNI
Storingen, oorzaken en oplossingen
Storing: De pomp start, het bedrijfspunt wordt echter niet be-
reikt
1. De toevoer is verstopt.
⇒ Controleer de toevoer en verwijder de verstopping.
2. De schuifafsluiter aan de perszijde is gesloten.
⇒ Zet alle afsluiters in geheel geopende stand.
3. Het hydraulisch systeem is verstopt.
⇒ Reinig het hydraulisch systeem.
4. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corri-
geren.
5. Luchtbuffers in het leidingsysteem.
⇒ Ontlucht het leidingsysteem.
⇒ Als er vaak luchtbuffers ontstaan: Spoor de oorzaak
van de luchtinvoer op en verhelp het euvel. Monteer
eventueel ontluchtingsinrichtingen op de betreffen-
de plaats.
6. Pomp transporteert met een te hoge tegendruk.
⇒ Zet alle afsluiters aan de perszijde in geheel geopen-
de stand.
7. Slijtageverschijnselen in het hydraulisch systeem.
⇒ Controleer de onderdelen (waaier, zuigaansluiting,
pomphuis) en laat deze vervangen door de service-
dienst.
⇒ De waaierspleet is te groot. Stel de waaierspleet bij.
8. De perszijde van het leidingsysteem of de drukslang is
verstopt.
⇒ Verwijder de verstopping en vervang indien van toe-
passing beschadigde onderdelen.
9. Sterk gasvormend medium.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
10.Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur con-
troleren en corrigeren.
11.Te grote daling van het niveau tijdens bedrijf.
⇒ Controleer de voorziening/capaciteit van de installa-
tie.
⇒ Controleer de schakelpunten van de niveauregeling
en pas deze eventueel aan.
Storing: Pomp loopt onrustig en luidruchtig.
1. Niet-toegestaan bedrijfspunt.
⇒ Controleer de pompdimensionering en het bedrijfs-
punt, neem contact op met de servicedienst.
2. Het hydraulisch systeem is verstopt.
⇒ Reinig het hydraulisch systeem.
3. Sterk gasvormend medium.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
nl
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave