PDR 908 EL
Aanwijzingen voor installatie en planning
Installatievoorwaarden
De aansluiting van de droogautomaat mag alleen plaatsvinden op een
installatie die voldoet aan de nationale wetten, verordeningen en
richtlijnen, alsmede aan de lokale bepalingen en voorschriften.
Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen, alsmede de regels van de techniek.
Algemene voorwaarden voor het gebruik
Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: +2 °C tot +35 °C.
Elektrische aansluiting
Het apparaat is afhankelijk van de uitvoering voorzien van een
aansluitkabel met of zonder stekker.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een elektrische installatie die
voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Op het typeplaatje staat informatie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk de specificaties op het typeplaatje met de
gegevens van het elektriciteitsnet.
De droogautomaat kan met een vaste aansluiting of met een
stekkersysteem volgens IEC 60309-1 worden aangesloten. Wij
adviseren echter om het apparaat via een geschikte stekkerverbinding
aan te sluiten, zodat een elektrische veiligheidstest bijv. in geval van
herstelling of onderhoud eenvoudig kan worden uitgevoerd.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met
alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. Als
werkschakelaar gelden schakelaars met een contactopening van
meer dan 3 mm. Geschikte schakelaars zijn zelfuitschakelaars,
zekeringen en relais (IEC/EN 60947).
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de
netspanning moet altijd toegankelijk zijn. Als de droogautomaat van
de netspanning wordt losgekoppeld, moet het betreffende systeem
afsluitbaar zijn. Hierop moet op elk moment controle kunnen worden
uitgeoefend.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de
installatie of controle van de aarding of de zekeringen mogen alleen
worden uitgevoerd door een erkende elektricien die op de hoogte is
van alle geldende voorschriften en de bijzondere eisen van het
nutsbedrijf op het gebied van elektriciteit.
Als de droogautomaat op een andere spanningssoort moet worden
omgeschakeld, moet de omschakelinstructie op het
schakelschema in acht worden genomen. De omschakeling mag
alleen door de geautoriseerde vakhandel of door Miele Service
worden uitgevoerd. Daarnaast moet de instelling
"Verwarmingsvermogen" worden aangepast.
Gebruik geen systemen die de droogautomaat automatisch
uitschakelen (zoals schakelklokken).
De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen
betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen
verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften.
Luchtafvoeraansluiting
De vochtigwarme afvoerlucht moet via de kortste route naar de
buitenlucht of een hiervoor geschikt ontluchtingssysteem worden
geleid.
De vochtige afvoerlucht kan, afhankelijk van de manier waarop de
leiding is gelegd, meer of minder sterk op de wand van de buis
condenseren. Om deze reden wordt aanbevolen om de buizen met
verval naar de uitblaasopening te leggen.
Bij stijgende leidingen moet op het laagste punt een ontwatering
beschikbaar zijn. Dit kan met behulp van wateropvangschalen of via
een op de betreffende plek ingebouwde bodemafvoer.
Er mag geen condenswater teruglopen in de apparaten.
10
Het is mogelijk de lucht direct door de buitenmuur af te voeren. Dat
mag echter niet leiden tot gevaren of onaanvaardbare overlast voor
de verdere omgeving.
Het buitenpandige uiteinde van de luchtafvoerleiding kunt u
bijvoorbeeld door een deflectorkap of een bocht van 90° omlaag tegen
weersinvloeden beschermen.
De diameter van de luchtafvoerleiding mag niet worden versmald
resp. door hulpstukken worden verminderd. In de luchtafvoerleiding
mogen geen zeven of jaloezieën worden ingebouwd.
Een optredende afvoerluchtblokkade in de leiding kan leiden tot een
vermogensreductie van het apparaat of tot een
veiligheidsuitschakeling van het apparaat.
Bij overschrijden van het toegestane drukverlies in het op de
installatielocatie aanwezige luchtafvoersysteem kan storingsvrije
werking van de droogautomaat niet worden gegarandeerd.
Wanneer meerdere droogautomaten op een verzamelleiding worden
aangesloten, moet de diameter dienovereenkomstig worden vergroot.
Verder moet elke droogautomaat in dit geval een
terugstroombeveiliging (bijvoorbeeld een terugslagklep) hebben om
een wederzijdse beïnvloeding van de droogautomaat via het
luchtafvoerkanaal te voorkomen. Hiervoor zijn ter plekke accessoires
nodig.
Als de lucht van meerdere droogautomaten via één
verzamelleiding wordt afgevoerd, moet voor ieder apparaat
afzonderlijk een terugstroombeveiliging worden geïnstalleerd.
Bij complexe leidingsystemen met veel bochten, extra
inbouwonderdelen of bij aansluiting van meerdere, verschillende
apparaten op één verzamelleiding wordt een gedetailleerde
berekening van de leiding door een installateur of gespecialiseerde
ontwerper aanbevolen.
toegevoerde lucht
Het toevoeren van lucht naar de droogautomaat gebeurt direct uit het
vertrek waar hij staat opgesteld.
Tijdens bedrijf moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie in het
vertrek waar de droogautomaat staat opgesteld. Afhankelijk van de
uitvoering van de machine moet de afgevoerde hoeveelheid lucht
naar de ruimte worden geleid, zodat geen onderdruk kan ontstaan.
De ventilatieopeningen moeten niet afsluitbaar zijn of er moet op
andere wijze voor worden gezorgd dat bij bedrijf van de
droogautomaat voldoende lucht naar de ruimte waar de
droogautomaat staat, wordt geleid.
Potentiaalvereffening
Zorg voor een correcte aarding die aan alle voorschriften voldoet.
Het aansluitmateriaal voor de vereiste aarding kan als montageset bij
Miele Service worden besteld of moet ter plaatse aanwezig zijn.
Piekbelastings-/energiemanagement
Het apparaat kan met een ombouwset (optie) op een piekbelastings-
/energiemanagementsysteem worden aangesloten.
Bij activering van de piekbelastingsfunctie wordt de verwarming
uitgeschakeld. In het display verschijnt een betreffende melding.
nl-NL
11 277 440/04