5.4 ONDERHOUDSSCHEMA
ELKE RIT
Controleer je
bandenspanning en
pomp indien nodig op.
De vereiste spanning
staat op de zijkant van
de band aangegeven.
Controleer je banden
op vuil, doornen, etc.
Deze kunnen een lekke
band veroorzaken.
Zorg ervoor dat
de asmoeren op
de wielen goed
vastzitten.
MAANDELIJKS
500 KM / 600 MI
Maak je fiets schoon
(zie paragraaf 5.1 De
fiets schoonmaken) en
inspecteer het frame/de
onderdelen op scheuren
en slijtage.
Controleer of de
krukarmen, pedalen,
kettingbladbouten,
stuurpen/stuurbouten
en eventuele andere
bevestigingsbouten goed
vast zitten.
Controleer alle kabels
en kabelbehuizingen op
slijtage, knikken, roest en
rafels. Vervang indien
nodig en smeer goede
kabels/behuizing op
ingangs-/uitgangspunten.
GEBRUIKSAANWIJZING
HALFJAARLIJKS
1,500 / 930 MI
Maak je fiets schoon
(zie paragraaf 5.1 De
fiets schoonmaken) en
inspecteer het frame/de
onderdelen op scheuren
en slijtage.
Controleer de banden
op slijtage en vervang ze
indien nodig.
Controleer de
lagersystemen (naven,
trapas, balhoofd) op
speling en/of slijpen en
gemor. Vervang of pas
indien nodig aan.
JAARLIJKS
4.500 KM / 2.800 MI
Inspecteer de
pedalen, voeg vers
vet toe en controleer
de lagers.
Controleer de banden
op slijtage en vervang
ze indien nodig.
Controleer de
lagersystemen
(naven, trapas,
balhoofd) op speling
en/of slijpen en
gemor. Vervang of
pas indien nodig aan.
73