3
VEILIGHEID
3.1
VEILIGHEIDSOPMERKINGEN - GRONDBEGINSELEN VAN EBIKE-VEILIGHEID
•
Draag altijd een helm.
•
Draag felle goed zichtbare kleding, bij voorkeur met reflecterende tape of lapjes.
•
Hou je aan de verkeersregels. Stop bij stopborden en verkeerslichten.
•
Blijf in controle:
o
Denk eraan om een l age versnelling te gebruiken wanneer je wegrijdt. De kracht
komt binnen bij de tweede slag van de pedalen.
o
Op kruispunten verwachten andere bestuurders misschien niet dat je snel
wegrijdt. Wacht op je eBike waar je goed gezien kunt worden.
o
Kijk bij inhalen achter je of er verkeer is en geef richting aan voordat je gaat rijden.
Geef voldoende ruimte bij het inhalen en laat het de ander weten door te bellen.
•
Rijd altijd met een veilige snelheid waarmee je snel kunt reageren bij onverwachte
omstandigheden.
•
Gebruik altijd je voor- en achterlichten en reflectoren bij weinig licht of in donkere
omstandigheden.
o
Houd de
te zetten.
o
Houd de
fiets uit te zetten.
knop ingedrukt om het achterlicht en het voorlicht van de fiets aam
knop nogmaals ingedrukt om het achterlicht en het voorlicht van de
GEBRUIKSAANWIJZING
25