4
RIJDEN OP DE BIKE
4.3.5
ACHTER- EN VOORLICHT AAN-/UITZETTEN
1.
Houd de
-knop ingedrukt om het achterlicht en het voorlicht van de fiets in te schakelen.
Wanneer de verlichting is ingeschakeld, ziet je een lichtpictogram op het lcd-scherm.
2.
Houd de
-knop nogmaals ingedrukt om het achterlicht en het voorlicht van de fiets uit te
schakelen.
•
Wanneer de accu van de fiets nog maar 0,05% vermogen heeft, stopt de motor met
werken om ervoor te zorgen dat de fietsverlichting nog een tijdje van stroom kan
worden voorzien tijdens het rijden.
•
Als de fietsverlichting is ingeschakeld, schakelt het lcd-scherm over naar de
nachtmodus.
•
In het menu is er een optie om de lichtsensor in te schakelen. Hierdoor gaat de
fietsverlichting automatisch aan en uit (zie 4.3.9.4 Basisinstellingen - LICHT SENSOR).
4.3.6
DE LOOPHULPMODUS GEBRUIKEN
Deze functie is bedoeld om gemakkelijker naast de fiets te kunnen lopen.
De loophulpfunctie kan niet worden gebruikt tijdens het fietsen.
44
Het aantal trapondersteuningsniveaus kan worden ingesteld in het Menu, zie
4.3.9.4 Basisinstellingen - GEAVANCEERDE INSTELLING. Beschikbare opties zijn 3,
5 en 9 niveaus.
KNAAP BIKES