Opstellen
De droogkast waterpas zetten
In het zwenkbereik van de
droogkastdeur mag u geen afsluitba-
re deur, schuifdeur of een deur met
een scharnier aan de andere kant in-
stalleren.
Om een perfecte werking te waar-
borgen, dient u het toestel loodrecht op
te stellen.
Door de schroefvoetjes te draaien kunt
u oneffenheden tot een halve centime-
ter in de vloer wegwerken.
Opstellen en aansluiten
Stilstandtijd na het plaatsen
Beschadiging van de droogkast
door te snelle ingebruikname.
De warmtepomp kan daarbij bescha-
digd raken.
Wacht na het plaatsen een uur voor-
dat u de droogkast gaat gebruiken.
Ventilatie
Dek de opening voor toevoer van
koude lucht aan de voorkant niet af.
Anders is niet gewaarborgd dat de
warmtewisselaar voldoende wordt
gekoeld.
De spleet tussen de onderkant van
de droogkast en de vloer mag niet
met sokkellijsten, hoogpolig tapijt
etc. worden verkleind. Anders is er
geen toereikende luchttoevoer ge-
waarborgd.
De lucht die is gebruikt voor het koelen
van de warmtewisselaar wordt uitgebla-
zen en deze warme lucht verwarmt de
ruimte. Zorg daarom voor voldoende
ventilatie in de ruimte, zet bijvoorbeeld
het raam open. De droogtijd wordt an-
ders langer (hoger energieverbruik).
Voordat u het toestel transporteert
Een kleine hoeveelheid resterend con-
denswater bij de pomp kan na het dro-
gen uitlopen wanneer de droogkast
wordt gekanteld. Aanbeveling: voor het
transport gedurende ca. 1 minuut het
programma Warme lucht starten. Reste-
rend condenswater wordt dan in het
condenswaterreservoir of via de afvoer-
slang afgevoerd.
55