Inhoudsopgave
Advertenties
4
Bedieningswijze functies
Dit hoofdstuk behandelt de manier waarop de vele functies
van de Homevox Universal geprogrammeerd, ingeschakeld
en uitgeschakeld worden. Daarvoor is het goed te weten dat
de Homevox Universal onderscheid maakt tussen functies
die uitsluitend door toestel 11 mogen worden bediend, en
functies die door elk toestel kunnen worden bediend.
De bediening geschiedt volgens een cijfercode, die als volgt
is opgebouwd. De eerste twee cijfers zijn de toegangscode.
De daaropvolgende cijfers (meestal 3, maar soms 4 of 5)
vormen de functiecode. Alle codes die beginnen met de cij-
fers 98 en 99, kunnen uitsluitend vanaf toestel 11 met een
Toon-telefoon worden gekozen. Toegangscode 99 is boven-
dien alleen te gebruiken met een pincode (zie blz.129).
Alle codes die beginnen met de cijfers 96 en 97, kunnen
vanaf alle toestellen worden gekozen.
In onderstaand schema ziet u een overzicht van de opbouw
van de codes.
Alle toestellen
96
= In-/uitschakelen
97
= Programmeren
Uitsluitend toestel 11
98
= In-/uitschakelen
99
+ PIN-code = programmeren
Let op! Alle codes voor het programmeren en het in-/uitschakelen
van functies moeten worden afgesloten met het teken /.
Zonder dit teken zal de Homevox Universal de codes die u
ingeeft niet direct accepteren. Impuls-telefoons beschikken
niet over een toets met het teken /. Bij dit type telefoons
moet u 10 seconden wachten totdat u de acceptatietoon
hoort.
128
Toegangs-code
of
+
Functie-code
Laatste cijfer
0
= Wissen/uitschakelen
1
= Programmeren/inschakelen
(2 en hoger idem)
+
/
Afsluiten
Advertenties
Inhoudsopgave
