9.3.6
Alarmfuncties programmeren en instellen
Om alarmfuncties aan een alarmlus te koppelen gaat u als
volgt te werk:
–
alvorens u de alarmfuncties aan een bepaalde alarmlus
kunt koppelen, dient u eerst het stil-alarmnummer te
programmeren (dit is niet van toepassing voor het intern
alarm). U kunt twee nummers programmeren.
–
u dient de eigenschappen van de alarmlus(sen) in te
stellen. Deze stap kunt u overslaan indien u de basis-
instellingen wilt gebruiken.
–
u koppelt de alarmfunctie aan één of beide alarmlussen.
Ieder van deze stappen is hieronder beschreven.
In het dagelijks gebruik hoeft u dan nog uitsluitend het alarm
in- of uit te schakelen.
Basisinstelling van de alarmfuncties
Door het inschakelen van de basisinstelling wordt een even-
tueel ingeschakeld alarm uitgeschakeld.
De basisinstelling van de alarmfuncties is:
–
beide alarmlussen
•
•
•
•
•
–
geheugen ontvangstbevestigingscode leeg.
De basisinstelling kan worden verkregen door na het kiezen
van de toegangscode 99 en de PIN-code
700 plus het afsluitteken / te kiezen.
U kiest: 99
De basisinstelling kan ook voor elke alarmlus afzonderlijk
worden ingeschakeld door de volgende codes te kiezen:
alarmlus 1:
alarmlus 2:
uitgeschakeld;
NC;
inlooptijd 90 seconden;
geen alarmfunctie gekoppeld;
geheugen alarmnummer leeg;
700/ {
Pin
99
99
_
_
700/ {
_
730/ {
730/ {
Pin
_
740/ {
740/ {
Pin
tweemaal
Pin
.
_
;
_
.
199