ISO
■ U kunt de ISO-gevoeligheid instellen die wordt gebruikt bij het maken van
opnamen.
De snelheid of specifieke lichtgevoeligheid van een camera wordt aangegeven
met behulp van ISO-waarden.
- AUTO :
De gevoeligheid van de camera wordt
automatisch gewijzigd door variabelen zoals
belichtingswaarde of helderheid van het
onderwerp.
- 100, 200, 400, 800, 1000 :
U kunt de sluitersnelheid vergroten zonder dat dit
ten koste gaat van de beschikbare hoeveelheid licht door de waarde voor de
ISO-gevoeligheid te verhogen. Bij een grote helderheid kan er echter
verzadiging optreden. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger de gevoeligheid
van de camera voor licht en, daardoor, hoe groter het vermogen van de
camera om opnamen te maken onder donkere omstandigheden. De
hoeveelheid ruis zal echter toenemen in de opname naarmate de ISO-waarde
hoger wordt, waardoor de opname er grover uit komt te zien.
※ Als het menu [BEW.DETECTIE] geselecteerd wordt, kunt u enkel ISO 400,
800, 1000 selecteren.
Scherpte
■ U kunt de scherpte aanpassen van de opname die
u wilt maken. U kunt het scherpte-effect niet
controleren op het LCD-scherm voordat u de
opname maakt aangezien deze functie pas wordt
toegepast op het moment dat de gemaakte
opname wordt opgeslagen in het geheugen.
ISO 400
ISO 200
ISO 100
AUTO
Submenu
7
ZACHT
NORMAAL
HELDER
Pictogram
Omschrijving
De randen van de opname worden verzacht.
Dit effect is geschikt voor het bewerken van opnamen op
uw pc.
De randen van de opname zijn scherp.
Deze optie is geschikt voor afdrukken.
De randen van de opname worden geaccentueerd.
De randen zijn scherp, maar de opname kan ruis
bevatten.
ZACHT
NORMAAL
HELDER
[PROGRAMMA-modus]
[31]