gas vrijkomen bij contact met vuur van
een brander, een verwarming of een
fornuis.
Schakel alle verwarmingstoestellen
met verbranding uit, verlucht de ruimte
en neem contact op met de dealer
waar u de unit hebt gekocht.
Gebruik het systeem niet totdat iemand
van de servicedienst heeft bevestigd
dat het deel met het koelmiddellek
gerepareerd is.
VOORZICHTIG
Stel kleine kinderen, planten of dieren
NOOIT rechtstreeks bloot aan de
luchtstroom.
VOORZICHTIG
Raak de lamellen van de
warmtewisselaar NIET aan. Deze
lamellen zijn scherp en kunnen
snijwonden veroorzaken.
4
Over het systeem
De binnenunit van het VRV IV-warmteterugwinningssysteem kan
worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type
binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de
buitenunits.
OPMERKING
Voor latere wijzigingen of uitbreidingen van uw systeem:
Een volledig overzicht van toegelaten combinaties (voor
latere systeemuitbreiding) vindt u in de technische data en
moet worden geraadpleegd. Neem contact op met uw
installateur voor meer informatie en professioneel advies.
4.1
Systeemlay-out
Uw buitenunit van de VRV IV-warmteterugwinningsreeks kan één
van de volgende modellen zijn:
Model
REYQ8~20
Warmteterugwinningsmodel voor
enkelvoudig of meervoudig gebruik
REMQ5
Warmteterugwinningsmodel alleen voor
meervoudig gebruik
Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de
geselecteerde
buitenunit.
In
aangegeven wanneer een functie alleen bij bepaalde modellen
voorkomt.
Het volledige systeem kan in meerdere subsystemen worden
verdeeld. Deze subsystemen zijn 100% onafhankelijk inzake de
keuze van koelen en verwarmen, en elk subsysteem bestaat uit één
enkelvoudige BS-unit of één individuele aftakkingskit van een multi-
BS-unit, en alle stroomafwaarts aangesloten binnenunits. Sluit bij
gebruik van een schakelaar koelen/verwarmen deze schakelaar aan
op de BS-unit.
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P546222-1B – 2020.10
Beschrijving
deze
gebruiksaanwijzing
staat
5
Gebruikersinterface
VOORZICHTIG
▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan.
▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen
in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen
met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor controle en afstelling van de interne delen.
Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de
belangrijkste functies van het systeem.
Gedetailleerde informatie over de vereiste stappen voor bepaalde
functies
vindt
u
in
de
specifieke
gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
Raadpleeg
de
gebruiksaanwijzing
gebruikersinterface.
6
Bediening
6.1
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Buitentemperatuur
–5~43°C droge bol
Binnentemperatuur
21~32°C droge bol
14~25°C natte bol
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de
unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten deze
limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd worden, waardoor
de unit mogelijk niet functioneert.
Het bovenstaande werkingsbereik geldt alleen wanneer directe-
expansiebinnenunits op het VRV IV-systeem zijn aangesloten.
Voor Hydrobox-units of AHU-units gelden speciale waarden voor het
werkingsbereik.
Zie
hiervoor
gebruiksaanwijzing van de specifieke unit. Zie de technische data
voor de recentste informatie.
6.2
Gebruik van het systeem
6.2.1
Over het gebruik van het systeem
▪ De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van
buitenunit en gebruikersinterface.
▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de
unit te beschermen.
▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld,
wordt de unit automatisch herstart zodra ze weer wordt
ingeschakeld.
6.2.2
Over koelen, verwarmen, alleen ventileren
en automatische werking
▪ Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de
gebruikersinterface
"omschakeling onder gecentraliseerde
besturing"
staat
(zie
gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4 Over het systeem
montagehandleiding
van
de
geïnstalleerde
Koelen
Verwarmen
–20~20°C droge
bol
–20~15,5°C natte
bol
15~27°C droge bol
(a)
≤80%
de
montagehandleiding/
de
montagehandleiding
en
en
9