nl
1
AUTO
ON
RESET
OFF
Fig. 6: Faseomkeerder
7.4
Bedrijf in explosieve atmosfeer
7.5
Voor het inschakelen
7.6
In- en uitschakelen
20
Inbedrijfname
een testloop, moeten de omgevings- en bedrijfsomstandigheden in acht worden ge-
nomen!
Onjuiste draairichting
Verwissel bij een foutieve draairichting twee fasen op de netaansluiting met elkaar.
Pompen met CEE-faseomkeerstekker en faseomkeerder
1. Steek de CEE-faseomkeerstekker in de contactdoos.
2. Controleer de controlelamp.
⇒ Controlelamp uit: draairichting in orde.
⇒ Controlelamp aan: draairichting fout.
2
3. Corrigeer de draairichting.
180°
⇒ Druk met een geschikte schroevendraaier de faseomkeerder in de stekker in
en draai deze 180°.
▶ Draairichting correct ingesteld.
Het gebruik in een omgeving met explosiegevaar is niet toegestaan.
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
ƒ
Controleer of de installatie op een juiste en volgens lokale voorschriften geldige wij-
ze is uitgevoerd:
–
Is de pomp geaard?
–
Is de installatie van de voedingskabel gecontroleerd?
–
Is de elektrische aansluiting volgens de voorschriften uitgevoerd?
–
Zijn de mechanische onderdelen correct bevestigd?
ƒ
Controleren van de niveauregeling:
–
Kunnen vlotterschakelaars vrij bewegen?
–
Schakelniveaus gecontroleerd (pomp aan, pomp uit, minimaal waterpeil)?
–
Is er een aanvullende droogloopbeveiliging geïnstalleerd?
ƒ
De bedrijfsomstandigheden controleren:
–
Min./max.-temperatuur van het medium gecontroleerd?
–
Is de max. dompeldiepte gecontroleerd?
–
Wordt voldaan aan de max. schakelfrequentie?
–
Is er bij een zachte ondergrond een harde ondergrond geïnstalleerd?
–
Zijn alle afsluiters geopend?
Tijdens het opstarten wordt de nominale spanning kortstondig overschreden. Tijdens
het bedrijf mag de nominale spanning niet meer worden overschreden. VOORZICH-
TIG! Schakel de pomp direct uit wanneer deze niet start. Verhelp eerst de storing,
voordat u de pomp opnieuw inschakelt!
Pompen met vrij kabeluiteinde
De pomp wordt via een separate, niet inbegrepen bediening (in-/uitschakelaar, scha-
kelkast) in- en uitgeschakeld.
Pomp met gemonteerde stekker
ƒ
nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp bedrijfsklaar. De pomp
wordt door middel van de ON/OFF-schakelaar in- en uitgeschakeld.
Pomp met gemonteerde vlotterschakelaar en stekker
ƒ
nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp bedrijfsklaar. De bestu-
ring van de pomp vindt plaats via twee schakelaars op de stekker:
–
HAND/AUTO: vaststellen of de pomp direct (HAND) of afhankelijk van het vulni-
veau (AUTO) wordt in- en uitgeschakeld.
–
ON/OFF: pomp in- en uitschakelen.
WILO SE 2019-10