6
5
4
Fig. 1: Overzicht Padus PRO
4.1.1
Hydraulisch systeem
4.1.2
Motor
4.1.3
Afdichting
4.1.4
Materiaal
4.1.5
Gemonteerde toebehoren
4.2
Bewakingsinrichtingen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Padus PRO
Productomschrijving
1
Drukstuk
1
2
Koelmantel
3
Zuigzeef
4
Hydraulisch huis
5
Draaggreep/bevestigingspunt
6
Aansluitkabel
2
3
Centrifugaal-hydraulisch systeem met waaier met meerdere kanalen en verticale
draadaansluiting aan de perszijde. Indien nodig, kan de persaansluiting horizontaal wor-
den gemonteerd. Op de persaansluiting is een storzkoppeling gemonteerd.
Het hydraulische systeem is niet zelfaanzuigend, d.w.z. dat het medium zelfstandig of
met voordruk moet worden toegevoerd.
Oppervlaktegekoelde IE3-normmotor in wisselstroom- of draaistroomuitvoering. De
koeling vindt plaats met behulp van mantelkoeling. De warmte wordt via het motorhuis
rechtstreeks afgegeven aan het medium. De motor kan ondergedompeld en niet-on-
dergedompeld in continu bedrijf worden gebruikt.
Bij de wisselstroommotor is de start- en bedrijfscondensator in een aparte schakelkast
gemonteerd. De schakelkast is in de aansluitkabel geïntegreerd. De aansluitkabel is ver-
krijgbaar in de volgende uitvoeringen:
ƒ
Vrij kabeluiteinde
ƒ
Met stekker en gemonteerde vlotterschakelaar
De afdichting aan medium- en motorruimtezijde wordt verzorgd door twee mechani-
sche afdichtingen. De afdichtingsruimte tussen de mechanische afdichtingen is met
medische witte olie gevuld.
ƒ
Pomphuis: EN-AC-AlSi10Mg + NBR-70
ƒ
Waaier: 1.4470
ƒ
Zuigzeef: 1.4301
ƒ
Koelmantel: 1.4301
ƒ
Motorhuis: EN-AC-AlSi10Mg
ƒ
As: 1.4404
ƒ
Afdichting, aan motorzijde: SiC/SiC
ƒ
Afdichting, mediumzijde: SiC/SiC
ƒ
Afdichting, statisch: NBR
In de "A"-uitvoering is de pomp uitgerust met een vlotterschakelaar en een stekker.
Met een vlotterschakelaar kan de pomp, afhankelijk van het niveau, automatisch wor-
den in- en uitgeschakeld. Deze stekker is voor het gebruik van in de handel verkrijgbare
Schuko- of CEE-contactdozen bedoeld en is niet beveiligd tegen overstromingen.
De thermische motorbewaking beschermt de motorwikkeling tegen oververhitting.
Standaard is een temperatuurbegrenzing met bimetaalsensor ingebouwd. De motorbe-
waking is als volgt uitgevoerd:
ƒ
Uitvoering met vrij kabeluiteinde: De thermische motorbewaking is zelfschakelend.
D.w.z. dat de motor bij oververhitting wordt uitgeschakeld en na afkoeling automa-
tisch weer wordt ingeschakeld.
ƒ
Uitvoering "A": De thermische motorbewaking is in de stekker op het motorbeveili-
gingsrelais aangesloten.
nl
11