nl
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corri-
geren.
5. Luchtbuffers in het leidingsysteem.
⇒ Ontlucht het leidingsysteem.
⇒ Als er vaak luchtbuffers ontstaan: Spoor de oorzaak
van de luchttoetreding op en verhelp het euvel.
Monteer eventueel ontluchtingsinrichtingen op de
betreffende plaats.
6. Pomp transporteert met een te hoge tegendruk.
⇒ Zet alle afsluiters aan de perszijde in geheel geo-
pende stand.
⇒ Controleer de waaiervorm, pas eventueel een ande-
re waaiervorm toe. Neem contact op met de servi-
cedienst.
7. Slijtageverschijnselen in het hydraulisch systeem.
⇒ Controleer de onderdelen (waaier, zuigaansluiting,
pomphuis) en laat deze indien van toepassing ver-
vangen door de servicedienst.
8. De perszijde van het leidingsysteem of de drukslang is
verstopt.
⇒ Verwijder de verstopping en vervang indien van
toepassing beschadigde onderdelen.
9. Sterk gasvormend medium.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
10.Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur con-
troleren en corrigeren.
11.Te grote daling van het niveau tijdens bedrijf.
⇒ Controleer de voeding/capaciteit van de installatie.
⇒ Controleer de schakelpunten van de niveauregeling
en pas deze eventueel aan.
Storing: Pomp loopt onrustig en luidruchtig.
1. Niet-toegestaan bedrijfspunt.
⇒ Controleer de pompdimensionering en het bedrijfs-
punt, neem contact op met de servicedienst.
2. Het hydraulisch systeem is verstopt.
⇒ Reinig het hydraulisch systeem.
3. Sterk gasvormend medium.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
4. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur con-
troleren en corrigeren.
5. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corri-
geren.
6. Slijtageverschijnselen in het hydraulisch systeem.
28
Reserveonderdelen
⇒ Controleer de onderdelen (waaier, zuigaansluiting,
pomphuis) en laat deze indien van toepassing ver-
vangen door de servicedienst.
7. Het motorlager is versleten.
⇒ Informeer de servicedienst; retourneer de pomp ter
revisie naar de fabriek.
8. De pomp is onder mechanische spanningen gemon-
teerd.
⇒ Controleer de installatie, monteer indien van toe-
passing rubberen compensatoren.
Storing: De bewaking van de afdichtingsruimte meldt een sto-
ring of schakelt de pomp uit
1. Vorming van condenswater door langere opslag of door
grote temperatuurschommelingen.
⇒ Laat de pomp korte tijd (max. 5 min.) zonder
staafelektrode draaien.
2. Verhoogde lekkage bij het inlopen van nieuwe mechani-
sche afdichtingen.
⇒ Ververs de olie.
3. De kabel van de staafelektrode is defect.
⇒ Vervang de staafelektrode.
4. De mechanische afdichting is defect.
⇒ Informeer de servicedienst.
Verdere stappen voor het verhelpen van storingen
Helpen de genoemde punten niet om de storing te verhelpen,
neem dan contact op met de servicedienst. De servicedienst kan
als volgt verdere ondersteuning bieden:
ƒ
Telefonische of schriftelijke hulp.
ƒ
Ondersteuning ter plaatse.
ƒ
Controle en reparatie in de fabriek.
Als de servicedienst voor diensten wordt ingeschakeld, kan dit
kosten met zich meebrengen! Precieze informatie hierover kan bij
de servicedienst worden opgevraagd.
11
Reserveonderdelen
De bestelling van reserveonderdelen verloopt via de service-
dienst. Om latere vragen of verkeerde bestellingen te voorkomen,
moet altijd het serie- of artikelnummer worden opgegeven.
Technische wijzigingen voorbehouden!
12
Afvoeren
12.1
Oliën en smeermiddelen
De bedrijfsstoffen moeten in geschikte reservoirs worden opge-
vangen en conform de lokaal geldende richtlijnen worden afge-
voerd. Gemorste druppels onmiddellijk opnemen!
WILO SE 2019-02