nl
Stappen
4
3
2
1
Fig. 5: Natte opstelling, stationair
1
Inhanginrichting
2
Terugslagklep
3
Afsluitkraan
4
Geleidebuizen (niet inbegrepen)
5
Hijsmiddel
6
Bevestigingspunt voor hijsmiddel
‡
De bedrijfsruimte/opstellingsplaats is voorbereid voor
de installatie.
‡
De inhanginrichting en het leidingsysteem zijn geïnstal-
leerd.
‡
De pomp is voorbereid voor het bedrijf aan de inhangin-
richting.
1. Bevestig het hijsmiddel met een harp aan het bevesti-
gingspunt op de pomp.
2. Hijs de pomp op, draai deze boven de pompputopening
en laat de geleideklauw langzaam op de geleidebuis
zakken.
3. Laat de pomp zakken totdat deze contact maakt met de
inhanginrichting en automatisch wordt gekoppeld.
VOORZICHTIG! Houd de spanningskabels enigszins op
spanning tijdens het neerlaten van de pomp!
4. Maak het bevestigingsmiddel los van het hijsmiddel en
borg het aan de pompputuitgang tegen vallen.
5. Laat de spanningskabels door een elektromonteur in de
pompput installeren en op een vakkundige wijze uit de
pompput naar buiten voeren.
16
Installatie en elektrische aansluiting
6.4.4
5
6
S1
S2/S3
Voor de transporteerbare opstelling moet de pomp van een
pompvoet worden voorzien. De pompvoet garandeert de vereiste
minimumbodemvrijheid alsmede een veilige opstelling op vaste
ondergrond. Dankzij deze opstellingswijze kan de pomp op een
plaats naar keuze in de bedrijfsruimte/opstellingplaats worden
gepositioneerd. Bij opstellingsplaatsen met een zachte onder-
grond moet een harde grondplaat worden gebruikt om inzakken
te voorkomen. Aan de perszijde wordt een drukslang aangeslo-
ten. Als de pomp wordt gebruikt voor langere bedrijfsperioden,
moet deze vast op de bodem worden bevestigd. Daarmee worden
trillingen voorkomen en een rustige en slijtvaste werking gega-
randeerd.
VOORZICHTIG! Als de motor tijdens het bedrijf boven water
komt, moet de bedrijfssituatie voor niet-ondergedompeld be-
drijf (S2-15, S3 10 %*) worden gevolgd!
* Als voorafgaand aan het opnieuw inschakelen de vereiste koe-
ling van de motor is gegarandeerd, is de bedrijfssituatie S3 25 %
toegestaan! De motor moet gedurende ten minste 1 min volledig
zijn ondergedompeld, om de vereiste koeling te garanderen!
▶ De pomp is geïnstalleerd; nu kan de elektromonteur de
elektrische voeding aansluiten.
Mobiele natte opstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding aan hete oppervlak-
ken!
Het motorhuis kan tijdens het bedrijf heet worden. Er
bestaat gevaar voor brandwonden. Laat de pomp na
het uitschakelen afkoelen tot de omgevingstempe-
ratuur!
WAARSCHUWING
Afscheuren van de drukslang!
Door het afscheuren of wegslaan van de drukslang
kan er (ernstig) letsel ontstaan. Bevestig de
drukslang op een veilige wijze op de uitlaatopening!
Voorkom het knikken van de drukslang.
LET OP
Transportproblemen door te laag waterpeil
Het hydraulische systeem is zelfontluchtend. Kleine-
re luchtbuffers worden tijdens het pompen opgelost.
Wanneer het debiet van het medium te ver daalt, kan
de transportstroom worden onderbroken. Het toege-
stane minimumwaterniveau is gelijk aan de boven-
kant van het hydraulische huis!
WILO SE 2019-02