Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Draaistroommotor; Aansluiting Van De Bewaking Van De Afdichtingsruimte; Aansluiting Bewakingsinrichtingen; Instelling Van De Motorbeveiliging - Wilo Rexa FIT Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

6.5.4

Aansluiting draaistroommotor

PE
L1
M 3~
Fig. 8: Aansluitschema draaistroommotor
Adernummer
Omschrijving
1
20
2
21
3
U
4
V
5
W
Groen/geel (gn-ye)
Aarde
Voor draaistroommotoren moet een rechtsdraaiend draaiveld aan-
wezig zijn. De draaistroomuitvoering is voorzien van een CEE-fa-
seomkeerstekker of met een vrij kabeleinde:
ƒ
Bij de uitvoering met CEE-faseomkeerstekker vindt de aanslui-
ting op het stroomnet plaats door de stekker in de contactdoos
te steken. De stekker is niet beveiligd tegen overstroming. In-
stalleer de contactdoos dusdanig dat deze beveiligd is tegen
overstroming! Let op de informatie met betrekking tot de be-
schermingsklasse (IP) van de stekker.
ƒ
Bij een uitvoering met een vrij kabeleinde moet de pomp recht-
streeks in de schakelkast worden aangesloten. GEVAAR! Laat
de elektrische aansluiting door een elektromonteur uitvoe-
ren, als de pomp rechtstreeks in de schakelkast wordt aan-
gesloten!
6.5.5

Aansluiting bewakingsinrichtingen

Alle bewakingsinrichtingen moeten worden aangesloten!
6.5.5.1 Bewaking motorwikkeling
Wisselstroommotor
De thermische motorbewaking bij een wisselstroommotor is zelf-
schakelend. De bewaking is altijd actief en hoeft niet apart aange-
sloten te worden.
Draaistroommotor met bimetaalsensor
Bimetaalsensoren worden rechtstreeks in de schakelkast of via
een relais aangesloten.
Aansluitwaarden: max. 250 V (AC), 2,5 A, cos φ = 1
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa FIT
Installatie en elektrische aansluiting
L2
L3
20
21
Klem
WSK
WSK
L1
L2
L3
PE
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling
plaatsvinden.
Bij de uitvoering met gemonteerde stekker is de thermische mo-
torbewaking in de stekker voorbedraad en op de juiste waarde in-
gesteld.
6.5.5.2 Bewaking afdichtingsruimte (externe elektrode)
Sluit de externe elektrode aan via een relais. Hiervoor wordt het
relais "NIV 101/A" aanbevolen. De drempelwaarde bedraagt
30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een waarschuwing
of uitschakeling plaatsvinden.
VOORZICHTIG
Aansluiting van de bewaking van de afdich-
tingsruimte
Als er bij het bereiken van de drempelwaarde alleen
een waarschuwing wordt geactiveerd, kan de pomp
door het binnendringende water onherstelbaar wor-
den beschadigd. Aanbevolen wordt om in dergelijke
gevallen altijd voor uitschakeling van de pomp te zor-
gen!
6.5.6

Instelling van de motorbeveiliging

De motorbeveiliging moet afhankelijk van het geselecteerde in-
schakeltype worden ingesteld.
6.5.6.1 Directe inschakeling
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belas-
ting in op de nominale stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf
wordt aanbevolen om de motorbeveiligingsschakelaar 5 % boven
de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen.
6.5.6.2 Soft starter
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belas-
ting in op de nominale stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf
wordt aanbevolen om de motorbeveiligingsschakelaar 5 % boven
de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen. Daarnaast
moet op de volgende punten worden gelet:
ƒ
De opgenomen stroom moet altijd lager zijn dan de nominale
stroom.
ƒ
Het starten en stoppen moet binnen 30 s zijn voltooid.
ƒ
Om vermogensverlies te voorkomen, moet de elektronische
starter (soft starter) na het bereiken van de normale bedrijfs-
toestand worden overbrugd.
6.5.7

Bedrijf met frequentie-omvormer

Het bedrijf op een frequentie-omvormer is niet toegestaan.
nl
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rexa fit v06da-110/ead1-2-t0015-540-a

Inhoudsopgave