DA
DL
60 ±
100 ±
60/100
0,5 mm
0,5 mm
80 ±
125 ±
80/125
0,5 mm
0,5 mm
5.2
Gas- en wateraansluitingen tot stand
brengen
1
2
3
1
CV-aanvoeraansluiting
2
Warmwateraansluiting
3
Gasaansluiting
1.
Voer de water- en gasaansluitingen volgens de gel-
dende normen uit.
2.
Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikname.
3.
Controleer, of de aansluitingen dicht zijn. (→ Pagina 26)
5.2.1
Gasleiding op lekkages controleren
▶
Controleer de gehele gasleiding vakkundig op dichtheid.
0020288882_02 ecoFIT pro Installatie- en onderhoudshandleiding
L
1
L
2
D
D
A
L
L1
L2
min.
15 mm
35 mm
min.
30 mm
35 mm
4
5
4
Koudwateraansluiting
5
CV-retouraansluiting
5.3
Condensafvoerleiding aansluiten
1
▶
Neem de hier beschreven aanwijzingen alsook wettelijke
richtlijnen en plaatselijk geldende voorschriften m.b.t. de
condensafvoer in acht.
▶
Gebruik PVC of een ander materiaal dat voor het afvoe-
ren van de niet-geneutraliseerde condens geschikt is.
▶
Als u niet kunt garanderen dat de materialen van de af-
voerleidingen geschikt zijn, installeert u een systeem
voor de neutralisering van het condenswater.
▶
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet dicht met
de afvoerslang verbonden is.
▶
Sluit de condenswatersifon (1) aan. Gebruik hiervoor de
meegeleverde kunststofslang.
5.4
VLT/VGA
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Door een ondeskundig gemonteerde rook-
gasleiding kan rookgas lekken.
▶
Neem alle betreffende richtlijnen, normen,
wetten en andere voorschriften in acht.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Een overschrijding van de max. buislengte
kan leiden tot onvoldoende afvoer van de
verbrandingsgassen.
▶
Voor elke aanvullende 90°-bocht moet
2,5 m afgetrokken worden van de max.
buislengte. Voor elke aanvullende 45°-
bocht moet 1 m afgetrokken worden van
de max. buislengte.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Condens dat in de rookgasleiding blijft staan,
kan de dichtingen beschadigen.
Installatie 5
13