06-Q200-NL
6/02/02
16:06
Page 110
B B a a t t t t e e r r i i j j e e n n
• Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
batterijen en laad uw batterij alleen op met door
Samsung goedgekeurde opladers. Haal de oplader
uit het stopcontact als u hem niet gebruikt.
Laat een batterij nooit langer dan een week in de
oplader zitten, want dit verkort de levensduur van
de batterij.
• Extreme temperaturen beïnvloeden de oplaad-
capaciteit van uw batterij. De batterij moet eerst
op kamertemperatuur komen.
• Stel de batterij niet bloot aan extreem hoge of
lage temperaturen, zoals in een auto in de zomer
of winter, want dit verkort de capaciteit en de
levensduur. Probeer de batterij altijd op kamer-
temperatuur te bewaren. Een telefoon met een
koude of warme batterij kan tijdelijk niet werken,
ook als de batterij helemaal is opgeladen.
Li-ion-batterijen gaan vooral achteruit door
temperaturen onder de 0 °C.
• Veroorzaak geen kortsluiting tussen de
batterijcontacten. Kortsluiting kan optreden als
een metalen voorwerp (munt, paperclip of pen)
een directe verbinding tussen de beide polen van
de batterij maakt, bijvoorbeeld in een jaszak.
Kortsluiting kan de batterij beschadigen of het
voorwerp dat de sluiting veroorzaakt.
• Lever oude batterijen in zoals dat plaatselijk is
voorgeschreven. Denk altijd aan mogelijkheden
voor recycling. Gooi batterijen niet in open vuur.
110
Veiligheid
Verkeersveiligheid
• Verkeersveiligheid voor alles!
• Houd uw telefoon nooit in de hand tijdens het
rijden. Parkeer de auto voordat u gaat telefoneren.
• Berg de telefoon goed op en leg hem niet los in
de auto. Als u plotseling moet remmen, kan hij
beschadigd raken.
• Het is verboden apparatuur te gebruiken die de
autolampen of de claxon activeert.
• Alleen gekwalificeerde personen mogen een
telefoon in een auto inbouwen. Verkeerd
ingebouwde of onderhouden telefoons kunnen
gevaar opleveren en de garantie kan erdoor
vervallen.
• Er kunnen storingen optreden in de elektronische
injectie, het ABS, de cruise control of andere
elektronische systemen, omdat die gevoelig zijn
voor radiosignalen. Controleer of uw mobiele
telefoon op de juiste wijze is ingebouwd en goed
werkt.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen
• Houd u altijd aan regels die gelden in een bepaald
gebied en zet uw telefoon uit op plaatsen waar
het gebruik verboden is of gevaar kan opleveren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
111