16
Instellingen
16.5
Positie van de nettoevoerarm controleren en instellen
Wanneer de folie niet tussen isolatie van de aandrukas (2) en de conische wals (3) klemt:
De trekker starten.
De nettoevoerarm zolang in richting eindpositie bewegen tot de conische wals (3) tegen de
isolatie van de aandrukas (2) ligt en de folie tussen isolatie en conische wals vastgeklemd
zit.
De nieuwe positie opslaan.
16.5.3
Eindpositie bij netbinding controleren en instellen
RP000-044
Die eindpositie is optimaal ingesteld wanneer Y=410 mm bedraagt.
Het menu 10 "Handmatige bediening" in het terminal openen,
De nettoevoerarm (1) in de opgeslagen eindpositie zetten.
De trekker uitschakelen en contactsleutel eruit trekken en meenemen.
Controleren of de maat Y=410 mm bedraagt.
Wanneer de maat Y niet Y=410 mm bedraagt, de eindpositie als volgt opnieuw instellen en
opslaan:
De trekker starten.
De nettoevoerarm in richting van de eindpositie bewegen tot de maat Y=410 mm bedraagt.
De nieuwe positie opslaan.
202
1
2
zie
Pagina 167.
Comprima V 180 XC
Originele handleiding 150001054_02_nl