4. ASSEMBLAGE
MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Fig. 3)
Plaats de handgreep op de steel en vergrendel
deze door schroeven (A). De handgreep positie
is berekend op normaal gebruiksgemak van de
gebruiker.
LET OP - Breng het loophandvat (A, Fig.4)
tussen het label pijlen (B, Fig.4A) en de achterste
handgreep (C, Fig.4).
MONTAGE EN DEMONTAGE HULPSTUKKEN
(FIG.5)
Montage:
− Draai de verbinding (E) los door de knop (C)
linksom te draaien;
− Lijn het lipje van het hulpstuk (B) uit met de
groef (A) van de verbinding (E);
− Plaats de buis van het hulpstuk (D) in de
verbinding (E) tot de stippellijn (F);
OPMERKING
vergemakkelijken draait u het snijgereedschap
van het hulpstuk om de transmissieas op de
lasverbinding in te laten grijpen. Controleer of
er geen vuil in de verbinding aanwezig is;
− Haal de knop (C) stevig aan door rechtsom te
draaien.
Demontage:
Draai de koppeling los door de knop (C) linksom
te draaien en neem het hulpstuk weg.
Goedgekeurde hulpstukken
De volgende hulpstukken mogen op de motorunit
worden gemonteerd:
Hulpstuk bosmaaier: D-BC
•
Hulpstuk hoogsnoeier: D-PP
•
Hulpstuk heggenschaar: D-HC
•
Hulpstuk bladblazer: D-BV
•
•
Hulpstuk verlengstuk
5. STARTEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING: benzine is een zeer
8
Om
de
handeling
ontvlambare brandstof. Wees zeer
voorzichtig bij het hanteren van benzine
of een mengsel van brandstoffen. Rook
niet en breng geen vuur of vlammen in
de buurt van de brandstof of van de
machine.
WAARSCHUWING:
brandstofdampen kunnen ernstig letsel
veroorzaken wanneer ze ingeademd
worden of in contact komen met de huid.
Wees daarom voorzichtig bij het
hanteren van brandstof en zorg voor
voldoende ventilatie.
WAARSCHUWING:
koolmonoxidevergiftiging.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om het
risico op brand of brandwonden zo klein
mogelijk
te
te
ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een houder
die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed dicht
na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof naar
buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld voordat
u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de brandstof
of tijdens het gebruik van de machine.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
Brandstof
Pas
op
houden.
Deze
is
en
voor
zeer