6. Startschermen
Als de CardioQ-ODM+ wordt ingeschakeld, is het eerste scherm dat wordt weergegeven afhankelijk
van of er een probe is aangesloten en de geldigheid hiervan:
•
Als er geen probe is aangesloten, kan
Demonstratiemodus (zie sectie 15), de gegevens van een geselecteerde patiënt bekijken,
de gegevens van een geselecteerde patiënt overbrengen of bestaande patiënten wissen.
om patiëntgegevens permanent uit de monitor te verwijderen.
•
Als een ongeschikte probe wordt aangesloten, verschijnt er een bericht met die strekking.
Corrigeer deze situatie door een geschikte Deltex Medical probe aan te sluiten op de
patiënt-interfacekabel.
•
Neem cont act op met uw Deltex Medical vertegenwoordiger als een ongeldige probe is
aangesloten of gebruik een type probe waar de CardioQ-ODM+ wel geschikt voor is.
•
Als een probe met verlopen gebruikstijd wordt aangesloten, verschijnt er een bericht met die
strekking. Als er opgeslagen gegevens beschikbaar zijn voor de verlopen probe, kan de
gebruiker de gegevens bekijken of overbrengen. Zie secties 12.2 en 14.4.
•
Als een ongebruikte probe wordt aangesloten, kunnen gegevens worden gekoppeld van de
lijst van patiënten om de monitoring van een specifieke patiënt voort te zetten of de details
van een nieuwe patiënt kunnen worden ingevoerd. Zie secties 6.4 en 6.5.
•
Als een gebruikte probe wordt aangesloten, begin dan met monitoring of zet dit voort of
breng de gegevens over. Zie sectie s 6.2 en 14.4.
Al s er opslagruimte nodig is wanneer een probe wordt aangesloten, wordt zonder ingrijpen
van de gebruiker de patiëntdata met de minst recente laatste gebruiksdatum automati sch
gewist.
6.1
Indicator voor re sterend probegebruiksduur
Als een probe wordt aangesloten op de CardioQ-ODM+, wordt de resterende gebruikstijd van de
probe aan de rechterbovenkant van het scherm weergegeven, zowel in grafiek vorm als in tekst.
De staafgrafiek verandert van kleur wanneer de resterende gebruikstijd van de probe vermindert en
de ijkpunt en veranderen van dagen naar uren en dan naar minut en.
Als de resterende gebruikstijd van de probe 20 en dan 5 minuten bereikt, wordt de staaf rood en
klinkt er een hoorbaar alarm. Alle knoppen veranderen in "Alarm stil" en het alarm wordt gedempt
als een van de knoppen of t he Controleknop wordt ingedrukt. Als er een probe wordt aangesloten
die minder dan 20 of 5 minuten resterende gebruikstijd heeft, klinkt dit alarm ook wanneer Probe
Focus wordt geopend.
Al s de gebruiksduur van de probe is verstreken, wordt "Probe verlopen" weergegeven op
een oranje balk en wordt de flow monitoring (Doppler) onmiddelijk gestaakt. Als geldige
drukgegevens worden weergegeven, houdt de drukmonitoringmodus tot 12 uur aan. Als het
nodig i s om de monitoring van de patiënt voort te zetten, dient de probe zo spoedig mogelijk
verwisseld te worden.
►
om patiëntgegevens over te brengen op een
aangesloten USB-stick. Zie sectie 14.4,
de
gebruiker toegang krijgen tot de
om gegevens te bekijken die voor die
patiënt opgeslagen zijn op de monitor,
OF
6. Startschermen
OF
Pagina 11