7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Gascircuit
Afb.44
Gasblok meetpunten
C
7.3
Hydraulisch circuit
7.4
Elektrische aansluitingen
7.5
Inbedrijfstellingsprocedure
121803 - v.12 - 07112018
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel een
kwartslag los en verwijder de frontmantel.
4. Kantel de instrumentenbox naar voren door de klipsluitingen aan de
zijkanten te openen.
5. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok.
C
AD-0000066-01
6. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt op het gasblok los te
schroeven.
7. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende
ontlucht is.
8. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
1. Controleer de sifon, deze moet geheel gevuld zijn met schoon water.
2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet
overeenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
Waarschuwing
De gasdruk die op het meetpunt C gemeten wordt is de
gasvoordruk bij het ketelaansluitpunt verminderd met de
weerstand van de inwendige gaspijp. Zie Technische gegevens,
pagina 14
Voor toegestane gasdrukken, zie: Toestelcategorieën, pagina
13
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een
erkend installateur.
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet het
gasblok aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt.
Zie
Aanpassing aan een ander type gas, pagina 51
Belangrijk
Wanneer de ketel voor het eerst wordt gestookt, kan de ketel
gedurende korte tijd enige geur afgeven.
7 Inbedrijfstelling
49