5.3
Ventilatie
Afb.10
Ruimte voor ventilatie
0
5 0
n . 1
m i
S1
1000
min. (1)
S2
5.4
Aansluitschema's
Afb.11
Aansluiten vloerverwarming
1
3
2
5
4
6
121803 - v.12 - 07112018
(1) Afstand tussen de voorkant van de ketel en de binnenwand van de
5 3
(2) Afstand aan beide zijden van de ketel.
0
Wordt de ketel in een gesloten kast geïnstalleerd, dan moeten de
aangegeven minimum maten in acht worden genomen. Zorg tevens voor
openingen om de volgende risico's te voorkomen:
m i
Gasophoping
n .
4 0
Verwarming van de kast
0
Minimale doorsnede van de openingen: S1 + S2 = 150 cm
7 5
0
3 5
0
m i
1 5
n .
2 5
( 2 )
0
AD-0000015-02
5.4.1
1 Ketel
2 Expansievat
3 Afsluitkraan
4 Inregelkraan
5 Vul-/aftapkraan
6 Vloerverwarming
7 Radiatorverwarming
De ketel kan direct op een vloerverwarmingsinstallatie worden
aangesloten. Bij toepassing van kunststof leidingen moet de toegepaste
kunststof buis zuurstofdiffusiedicht zijn volgens DIN 4726/4729. In
7
installaties waar de toegepaste kunststof buis niet voldoet aan deze
normen, wordt geadviseerd het ketelcircuit hydraulisch te scheiden van de
CV-installatie door een (platen-) wisselaar.
Belangrijk
De pompinstellingen kunnen worden gewijzigd met parameters
AD-0000019-01
5.4.2
De ketel is standaard voorzien van een boilerregeling, uitgevoerd met een
zogenaamde boilervoorkeurschakeling. Dit houdt in dat de boiler voorrang
krijgt, bij gelijktijdige warmtevraag van de boiler en CV.
kast.
Aansluiten vloerverwarming
Aansluiting aanvoer CV
Aansluiting retour CV
en
.
Aansluiten indirect gestookte boiler
5 Voor de installatie
2
25